Summary
Dutch
Detailed Translations for dunk from Dutch to Spanish
dunk:
Translation Matrix for dunk:
Noun | Related Translations | Other Translations |
opinión | dunk | aanhaling; adviesraad; articulatie; begrip; benul; beschouwing; bewustzijn; brein; citaat; denkbeeld; doorzicht; ellips; gedachte; gezichtspunt; gezindheid; het uitspreken; idee; interpretatie; inzicht; kijk; lezing; mening; meningsuiting; mentale voorstelling; oordeel; oordeelvelling; opinie; opvatting; overtuiging; quote; raad; rede; standpunt; uitlating; uitspraak; vaststaande mening; verstand; visie; vonnis; zienswijze |
Related Words for "dunk":
dunk form of dunken:
Conjugations for dunken:
o.t.t.
- dunk
- dunkt
- dunkt
- dunken
- dunken
- dunken
o.v.t.
- dunkte
- dunkte
- dunkte
- dunkten
- dunkten
- dunkten
v.t.t.
- heb gedunkt
- hebt gedunkt
- heeft gedunkt
- hebben gedunkt
- hebben gedunkt
- hebben gedunkt
v.v.t.
- had gedunkt
- had gedunkt
- had gedunkt
- hadden gedunkt
- hadden gedunkt
- hadden gedunkt
o.t.t.t.
- zal dunken
- zult dunken
- zal dunken
- zullen dunken
- zullen dunken
- zullen dunken
o.v.t.t.
- zou dunken
- zou dunken
- zou dunken
- zouden dunken
- zouden dunken
- zouden dunken
diversen
- dunk!
- dunkt!
- gedunkt
- dunkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for dunken:
Noun | Related Translations | Other Translations |
parecer | denkbeeld; gedachte; gezindheid; idee; kijk; mening; meningsuiting; mentale voorstelling; oordeel; opinie; opvatting; overtuiging; vaststaande mening; visie; zienswijze | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
parecer | dunken | aanbieden; corresponderen; de schijn van iets hebben; er uitzien; eruit zien; laten zien; lijken; offreren; ogen; overeenkomen; overeenstemmen; presenteren; schijnen; stroken; toeschijnen; tonen; voorleggen |