Dutch
Detailed Translations for een strijd houden from Dutch to Spanish
een strijd houden:
een strijd houden verb (houd een strijd, houdt een strijd, hield een strijd, hielden een strijd, een strijd gehouden)
-
een strijd houden
Conjugations for een strijd houden:
o.t.t.
- houd een strijd
- houdt een strijd
- houdt een strijd
- houden een strijd
- houden een strijd
- houden een strijd
o.v.t.
- hield een strijd
- hield een strijd
- hield een strijd
- hielden een strijd
- hielden een strijd
- hielden een strijd
v.t.t.
- heb een strijd gehouden
- hebt een strijd gehouden
- heeft een strijd gehouden
- hebben een strijd gehouden
- hebben een strijd gehouden
- hebben een strijd gehouden
v.v.t.
- had een strijd gehouden
- had een strijd gehouden
- had een strijd gehouden
- hadden een strijd gehouden
- hadden een strijd gehouden
- hadden een strijd gehouden
o.t.t.t.
- zal een strijd houden
- zult een strijd houden
- zal een strijd houden
- zullen een strijd houden
- zullen een strijd houden
- zullen een strijd houden
o.v.t.t.
- zou een strijd houden
- zou een strijd houden
- zou een strijd houden
- zouden een strijd houden
- zouden een strijd houden
- zouden een strijd houden
diversen
- houd een strijd!
- houdt een strijd!
- een strijd gehouden
- een strijd houdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for een strijd houden:
Noun | Related Translations | Other Translations |
luchar | strijden; vechten | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
combatir | een strijd houden | bakkeleien; bekampen; bestrijden; bevechten; duelleren; kampen; kleunen; knokken; matten; strijd voeren; strijden; vechten |
luchar | een strijd houden | bakkeleien; bekampen; bestrijden; bevechten; duelleren; kampen; kleunen; knokken; matten; met iemand worstelen; strijd voeren; strijden; vechten; worstelen |
pelear | een strijd houden | bakkeleien; bekampen; bestrijden; bevechten; duelleren; kampen; kiften; kijven; knokken; krakelen; matten; met iemand worstelen; ruzie maken; ruziën; strijd voeren; strijden; twisten; vechten; worstelen |