Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. etsen:


Dutch

Detailed Translations for etste from Dutch to Spanish

etste form of etsen:

etsen verb (ets, etst, etste, etsten, geëtst)

  1. etsen (graveren)

Conjugations for etsen:

o.t.t.
  1. ets
  2. etst
  3. etst
  4. etsen
  5. etsen
  6. etsen
o.v.t.
  1. etste
  2. etste
  3. etste
  4. etsten
  5. etsten
  6. etsten
v.t.t.
  1. heb geëtst
  2. hebt geëtst
  3. heeft geëtst
  4. hebben geëtst
  5. hebben geëtst
  6. hebben geëtst
v.v.t.
  1. had geëtst
  2. had geëtst
  3. had geëtst
  4. hadden geëtst
  5. hadden geëtst
  6. hadden geëtst
o.t.t.t.
  1. zal etsen
  2. zult etsen
  3. zal etsen
  4. zullen etsen
  5. zullen etsen
  6. zullen etsen
o.v.t.t.
  1. zou etsen
  2. zou etsen
  3. zou etsen
  4. zouden etsen
  5. zouden etsen
  6. zouden etsen
en verder
  1. is geëtst
  2. zijn geëtst
diversen
  1. ets!
  2. etst!
  3. geëtst
  4. etsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

etsen [de ~] noun, plural

  1. de etsen
    el grabados

Translation Matrix for etsen:

NounRelated TranslationsOther Translations
grabados etsen
VerbRelated TranslationsOther Translations
grabar etsen; graveren aantekenen; absorberen; branden; controleren; examineren; graveren; griffelen; griffen; groeven; ingraveren; inkerven; insnijden; inspecteren; keuren; met een stift inkrassen; opnemen; opslorpen; opslurpen; restaureren; schouwen; verzet aantekenen
grabar al aguafuerte etsen; graveren

Related Words for "etsen":