Dutch
Detailed Translations for flut from Dutch to Spanish
flut:
Translation Matrix for flut:
Noun | Related Translations | Other Translations |
basura | flut | afval; bocht; drek; grofvuil; huisafval; huisvuil; rommel; rotzooi; slechte drank; straatvuil; voddengoed; vuilnis; vullis |
porquería | flut | bende; broddelwerk; drab; geklodder; goorheid; groezeligheid; kladwerk; kliederboel; knoeierij; knoeiwerk; knutselwerk; morsigheid; prutswerk; puinhoop; puinzooi; rommel; rotzooi; slonzigheid; smeerboel; smeerlapperij; smerigheid; soepzootje; troep; verwaarloosde boel; viesheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zooi; zootje; zwijnenboel; zwijnerij |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
basura | iets dat waardeloos is; snert |