Dutch
Detailed Translations for fractuur from Dutch to Spanish
fractuur:
-
de fractuur (breuk)
Translation Matrix for fractuur:
Noun | Related Translations | Other Translations |
fractura | breuk; fractuur | braak; deel; fractie; gedeelte; inbraak; knak; knik; kraak; part; stuk |
rotura | breuk; fractuur | barst; breuk; deel; fractie; gedeelte; interruptie; knak; knik; krak; onderbreking; openscheuring; part; scheur; stuk; verbreking |