Dutch
Detailed Translations for genivelleerd from Dutch to Spanish
genivelleerd:
-
genivelleerd (vereffend)
Translation Matrix for genivelleerd:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
allanado | genivelleerd; vereffend | gepolijst; geslepen; gladgemaakt; gladgeslepen |
arreglado | genivelleerd; vereffend | geordend; georderd; opgelapt; sec; versteld |
igualado | genivelleerd; vereffend | geëgaliseerd; plat; vlak |
liquidado | genivelleerd; vereffend | afgeschreven zijn; geliquideerd; opgedoekt |
nivelado | genivelleerd; vereffend | afgevlakt; sluitend |
pagado | genivelleerd; vereffend | afbetaald; betaald; bevredigd; genoeg; tevreden; vergenoegd; verzadigd; voldaan |
saldado | genivelleerd; vereffend | |
satisfecho | genivelleerd; vereffend | bevredigd; fier; flink; genoeg; glorieus; groots; prat; tevreden; trots; vergenoegd; verzadigd; voldaan |
nivelleren:
-
nivelleren (vlak maken; gelijkmaken)
Conjugations for nivelleren:
o.t.t.
- nivelleer
- nivelleert
- nivelleert
- nivelleren
- nivelleren
- nivelleren
o.v.t.
- nivelleerde
- nivelleerde
- nivelleerde
- nivelleerden
- nivelleerden
- nivelleerden
v.t.t.
- heb genivelleerd
- hebt genivelleerd
- heeft genivelleerd
- hebben genivelleerd
- hebben genivelleerd
- hebben genivelleerd
v.v.t.
- had genivelleerd
- had genivelleerd
- had genivelleerd
- hadden genivelleerd
- hadden genivelleerd
- hadden genivelleerd
o.t.t.t.
- zal nivelleren
- zult nivelleren
- zal nivelleren
- zullen nivelleren
- zullen nivelleren
- zullen nivelleren
o.v.t.t.
- zou nivelleren
- zou nivelleren
- zou nivelleren
- zouden nivelleren
- zouden nivelleren
- zouden nivelleren
en verder
- is genivelleerd
- zijn genivelleerd
diversen
- nivelleer!
- nivelleert!
- genivelleerd
- nivellerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
nivelleren (gelijkmaken)
Translation Matrix for nivelleren:
Noun | Related Translations | Other Translations |
asimilación | gelijkmaken; nivelleren | assimilatie; assimileren; verwerking |
igualación | gelijkmaken; nivelleren | afstelling; afstemmen; afstemming; equatie; gelijkmaking; gelijkschakeling; gelijkstelling; synchronisatie; vereffening |
nivelación | gelijkmaken; nivelleren | equatie; gelijkmaking; nivellering; vereffening |
Verb | Related Translations | Other Translations |
igualar | gelijkmaken; nivelleren; vlak maken | afstompen; bijschaven; effenen; egaliseren; evenaren; fonkelen; gelijk trekken; gelijkkomen; gelijkmaken; gladmaken; glimmen; glinsteren; perfectioneren; vervlakken |
nivelar | gelijkmaken; nivelleren; vlak maken | afstompen; effenen; egaliseren; gelijkmaken; gladmaken; vervlakken |
Wiktionary Translations for nivelleren:
nivelleren
verb
-
gelijk maken, op gelijk niveau brengen
- nivelleren → nivelar