Dutch
Detailed Translations for gratineren from Dutch to Spanish
gratineren:
-
gratineren
Conjugations for gratineren:
o.t.t.
- gratineer
- gratineert
- gratineert
- gratineren
- gratineren
- gratineren
o.v.t.
- gratineerde
- gratineerde
- gratineerde
- gratineerden
- gratineerden
- gratineerden
v.t.t.
- heb gegratineerd
- hebt gegratineerd
- heeft gegratineerd
- hebben gegratineerd
- hebben gegratineerd
- hebben gegratineerd
v.v.t.
- had gegratineerd
- had gegratineerd
- had gegratineerd
- hadden gegratineerd
- hadden gegratineerd
- hadden gegratineerd
o.t.t.t.
- zal gratineren
- zult gratineren
- zal gratineren
- zullen gratineren
- zullen gratineren
- zullen gratineren
o.v.t.t.
- zou gratineren
- zou gratineren
- zou gratineren
- zouden gratineren
- zouden gratineren
- zouden gratineren
en verder
- is gegratineerd
- zijn gegratineerd
diversen
- gratineer!
- gratineert!
- gegratineerd
- gratierend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for gratineren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
gratinar | gratineren |