Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. hebbeding:


Dutch

Detailed Translations for hebbeding from Dutch to Spanish

hebbeding:

hebbeding [het ~] noun

  1. het hebbeding (snuisterij)
    la chuchería; la bujerías; la baratija

Translation Matrix for hebbeding:

NounRelated TranslationsOther Translations
baratija hebbeding; snuisterij bijou; juweel; kleinigheid; kleinood; sieraad; snuisterij
bujerías hebbeding; snuisterij bijou; juweel; kleinood; sieraad
chuchería hebbeding; snuisterij bijou; juweel; kleinigheid; kleinood; niemendalletje; sieraad; snuisterij

Related Words for "hebbeding":

  • hebbedingen