Home
Dictionaries
Word Fun
About
Feedback
In Nederlands
Home
->
Dictionaries
->
Dutch/Spanish
->Translate heil
Translate
heil
from Dutch to Spanish
Search
Remove Ads
Summary
Dutch to Spanish:
more detail...
heil:
prosperidad
;
éxito
;
bienestar
;
bonanza
;
afluencia
;
provecho
;
salud
;
bendición
;
don
;
felicidad
;
bendiciones
;
gloria
;
salvación
;
delicia
;
consagración
Wiktionary:
heil →
salvación
Dutch
Detailed Translations for
heil
from Dutch to Spanish
heil:
heil
[
het ~
]
noun
het heil
(
voorspoed
;
welzijn
)
la
prosperidad
;
el
éxito
;
el
bienestar
;
la
bonanza
;
la
afluencia
;
el
provecho
;
el
salud
prosperidad
[
la ~
]
noun
éxito
[
el ~
]
noun
bienestar
[
el ~
]
noun
bonanza
[
la ~
]
noun
afluencia
[
la ~
]
noun
provecho
[
el ~
]
noun
salud
[
el ~
]
noun
het heil
(
zegen
;
voorspoed
;
zegening
;
zaligheid
;
gezegende toestand
;
zegenen
)
la
bendición
;
el
don
;
la
felicidad
bendición
[
la ~
]
noun
don
[
el ~
]
noun
felicidad
[
la ~
]
noun
het heil
(
zegen
;
voorspoed
;
zegening
;
zegenen
;
gezegende toestand
;
wijding
)
la
bendición
;
la
bendiciones
;
la
gloria
;
la
salvación
;
la
delicia
;
la
consagración
bendición
[
la ~
]
noun
bendiciones
[
la ~
]
noun
gloria
[
la ~
]
noun
salvación
[
la ~
]
noun
delicia
[
la ~
]
noun
consagración
[
la ~
]
noun
Translation Matrix for
heil
:
Noun
Related Translations
Other Translations
afluencia
heil
;
voorspoed
;
welzijn
drom
;
herrie
;
het toestromen
;
het toevloeien
;
kabaal
;
lawaai
;
leven
;
massa
;
menigte
;
mensenmassa
;
oploopje
;
rumoer
;
samenkomst
;
spektakel
;
toeloop
;
toestroom
;
troep
bendiciones
gezegende toestand
;
heil
;
voorspoed
;
wijding
;
zegen
;
zegenen
;
zegening
felicitaties
;
heilwensen
;
proficiat
;
zegens
;
zegenwensen
bendición
gezegende toestand
;
heil
;
voorspoed
;
wijding
;
zaligheid
;
zegen
;
zegenen
;
zegening
geroosterd brood
;
heildronk
;
heilwens
;
toast
;
toost
;
toostbrood
bienestar
heil
;
voorspoed
;
welzijn
content
;
euforie
;
genoegen
;
gezondheid
;
tevredenheid
;
welbehagen
;
welgevallen
;
welstand
;
welvaart
;
welvarendheid
;
welzijn
bonanza
heil
;
voorspoed
;
welzijn
consagración
gezegende toestand
;
heil
;
voorspoed
;
wijding
;
zegen
;
zegenen
;
zegening
heiliging
;
wijding
;
zegening
delicia
gezegende toestand
;
heil
;
voorspoed
;
wijding
;
zegen
;
zegenen
;
zegening
gelukzaligheid
;
heerlijkheid
;
riddergoed
;
verrukkelijkheid
don
gezegende toestand
;
heil
;
voorspoed
;
zaligheid
;
zegen
;
zegenen
;
zegening
brein
;
capaciteit
;
denkvermogen
;
geest
;
hersens
;
inhoud
;
omvatte ruimte
;
vernuft
;
verstand
felicidad
gezegende toestand
;
heil
;
voorspoed
;
zaligheid
;
zegen
;
zegenen
;
zegening
bof
;
fortuin
;
geluk
;
geluk hebbend
;
gelukkigheid
;
gelukzaligheid
;
heerlijkheid
;
het gelukkig-zijn
;
welgevallen
gloria
gezegende toestand
;
heil
;
voorspoed
;
wijding
;
zegen
;
zegenen
;
zegening
eer
;
eergevoel
;
gelukzaligheid
;
glans
;
glorie
;
heerlijkheid
;
huldeblijk
;
luister
;
praal
;
pracht
;
pronk
;
trots
;
verlossing
;
zaligheid
prosperidad
heil
;
voorspoed
;
welzijn
succes
;
voorspoedigheid
;
welslagen
;
welstand
;
welvaart
;
welvarendheid
provecho
heil
;
voorspoed
;
welzijn
baat
;
gewin
;
hoogte van produktie
;
nut
;
nuttigheid
;
productiviteit
;
profijt
;
waarde
;
winst
salud
heil
;
voorspoed
;
welzijn
gezondheid
;
welzijn
salvación
gezegende toestand
;
heil
;
voorspoed
;
wijding
;
zegen
;
zegenen
;
zegening
levensbehoud
;
lijfsbehoud
;
verlossing
;
zaligheid
éxito
heil
;
voorspoed
;
welzijn
arbeidsprestatie
;
bestseller
;
deur
;
gelukken
;
hit
;
huisdeur
;
kasstuk
;
klapper
;
kraker
;
lukken
;
mazzel
;
meevaller
;
raakschot
;
schlager
;
schot in de roos
;
slagen
;
succes
;
succesnummer
;
successtuk
;
topper
;
treffer
;
voorspoedigheid
;
welslagen
;
werkprestatie
Wiktionary Translations for
heil
:
Cross Translation:
From
To
Via
•
heil
→
salvación
↔
salut
— Félicité éternelle, fait d’échapper à la damnation
External Machine Translations:
Related Translations for
heil
zijn heil zoeken in
Remove Ads
Remove Ads