Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. hellen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for helt from Dutch to Spanish

helt form of hellen:

hellen verb (hel, helt, helde, helden, geheld)

  1. hellen (voorover buigen; overhellen; voorover hellen)

Conjugations for hellen:

o.t.t.
  1. hel
  2. helt
  3. helt
  4. hellen
  5. hellen
  6. hellen
o.v.t.
  1. helde
  2. helde
  3. helde
  4. helden
  5. helden
  6. helden
v.t.t.
  1. heb geheld
  2. hebt geheld
  3. heeft geheld
  4. hebben geheld
  5. hebben geheld
  6. hebben geheld
v.v.t.
  1. had geheld
  2. had geheld
  3. had geheld
  4. hadden geheld
  5. hadden geheld
  6. hadden geheld
o.t.t.t.
  1. zal hellen
  2. zult hellen
  3. zal hellen
  4. zullen hellen
  5. zullen hellen
  6. zullen hellen
o.v.t.t.
  1. zou hellen
  2. zou hellen
  3. zou hellen
  4. zouden hellen
  5. zouden hellen
  6. zouden hellen
en verder
  1. is geheld
  2. zijn geheld
diversen
  1. hel!
  2. helt!
  3. geheld
  4. hellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for hellen:

NounRelated TranslationsOther Translations
inclinarse flauw hellend aflopend; glooien
VerbRelated TranslationsOther Translations
escorar hellen; overhellen; voorover buigen; voorover hellen deinen; golven; omwisselen; smijten; wankelen; wiegelen; wisselen
inclinarse hellen; overhellen; voorover buigen; voorover hellen aflopen; buigen; eerbied tonen; flauw hellend aflopend; glooien; krommen; naar voren staan; neerduiken; neigen; nijgen; overhangen; overhellen; overhellen tot een denkwijze; tenderen; tenderen naar; vervallen; voorover neigen; welven
ladear hellen; overhellen; voorover buigen; voorover hellen

Related Words for "hellen":


Wiktionary Translations for hellen:


Cross Translation:
FromToVia
hellen acurrucarse pencher — Incliner (sens général)