Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. herbewapenen:


Dutch

Detailed Translations for herbewapenen from Dutch to Spanish

herbewapenen:

herbewapenen verb (herbewapen, herbewapent, herbewapende, herbewapenden, herbewapend)

  1. herbewapenen

Conjugations for herbewapenen:

o.t.t.
  1. herbewapen
  2. herbewapent
  3. herbewapent
  4. herbewapenen
  5. herbewapenen
  6. herbewapenen
o.v.t.
  1. herbewapende
  2. herbewapende
  3. herbewapende
  4. herbewapenden
  5. herbewapenden
  6. herbewapenden
v.t.t.
  1. heb herbewapend
  2. hebt herbewapend
  3. heeft herbewapend
  4. hebben herbewapend
  5. hebben herbewapend
  6. hebben herbewapend
v.v.t.
  1. had herbewapend
  2. had herbewapend
  3. had herbewapend
  4. hadden herbewapend
  5. hadden herbewapend
  6. hadden herbewapend
o.t.t.t.
  1. zal herbewapenen
  2. zult herbewapenen
  3. zal herbewapenen
  4. zullen herbewapenen
  5. zullen herbewapenen
  6. zullen herbewapenen
o.v.t.t.
  1. zou herbewapenen
  2. zou herbewapenen
  3. zou herbewapenen
  4. zouden herbewapenen
  5. zouden herbewapenen
  6. zouden herbewapenen
en verder
  1. ben herbewapend
  2. bent herbewapend
  3. is herbewapend
  4. zijn herbewapend
  5. zijn herbewapend
  6. zijn herbewapend
diversen
  1. herbewapen!
  2. herbewapent!
  3. herbewapend
  4. herbewapenend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for herbewapenen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
rearmar herbewapenen oorspronkelijke licentiestatus heractiveren
rearmarse herbewapenen

External Machine Translations: