Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. herleidingskoers:


Dutch

Detailed Translations for herleidingskoers from Dutch to Spanish

herleidingskoers:

herleidingskoers [znw.] noun

  1. herleidingskoers (wisselkoers; koers; valuta)
    la tarifa de cambio; la divisa; el cambio; la forma; la divisas

Translation Matrix for herleidingskoers:

NounRelated TranslationsOther Translations
cambio herleidingskoers; koers; valuta; wisselkoers amenderen; declineren; deviezenkoers; draai; evolutie; geldkoers; hervorming; het verschonen; inruil; keer; keerpunt; kentering; kering; koppelkoers; modificeren; mutatie; muteren; ombuiging; omdraaiing; omkeer; omkering; ommedraai; ommekeer; ommezwaai; omruil; omruiling; omschakeling; omslag; omwisselen; omwisseling; overgang; overplaatsing; overslag; overstap; richtingsverandering; ruil; ruiling; ruiltransactie; transformatie; uitwisseling; veranderen; verandering; verbuigen; verruiling; verschoning; verwisseling; wending; wijzigen; wijziging; wissel; wisselbrief; wisseling; wisseltarief
divisa herleidingskoers; koers; valuta; wisselkoers devies; deviezen; kenspreuk; leus; leuze; motto; parool; spreuk; wapenkreet; zinspreuk
divisas herleidingskoers; koers; valuta; wisselkoers deviezen; lijfspreuken; motto's
forma herleidingskoers; koers; valuta; wisselkoers afgieting; afgietsel; conditie; etiquette; figuur; gedaante; gedragslijn; gestalte; gietsel; handelwijze; in vorm zijn; inkleding; lichaamslijn; manier; methode; moedervorm; pasvorm; postuur; procedure; schim; silhouet; trant; vorm; wijs; wijze; wijze van voorstellen
tarifa de cambio herleidingskoers; koers; valuta; wisselkoers deviezenkoers; wisseltarief
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
forma shape