Summary
Dutch to Spanish: more detail...
-
herstellen:
- arreglar; restaurar; poner en orden; ajustar; despachar; fijar; modificar; reparar; corregir; remendar; reajustar; restablecerse; rehabilitar; reponerse; restablecer; mejorar; rectificar; renovar; perfeccionar; levantar; reformar; alzar; actualizar; sanear; reorganizar; cambiar; prosperar; florecer; innovar; modernizar; recuperar
- restauración
-
Wiktionary:
- herstellen → reparar, reponerse, restablecer
- herstellen → remendar, reparación general, repuntar, recuperarse, recuperar, reparar, restaurar, corregir, aderezar, arreglar, remediar, reformar, adelantar, mejorar, libertar, poner en libertad
Dutch
Detailed Translations for herstelden from Dutch to Spanish
herstelden form of herstellen:
-
herstellen (in orde maken; in orde brengen)
arreglar; restaurar; poner en orden; ajustar; despachar-
arreglar verb
-
restaurar verb
-
poner en orden verb
-
ajustar verb
-
despachar verb
-
-
herstellen (repareren; fiksen; maken; rechtzetten; goedmaken)
-
herstellen (repareren; vernieuwen)
restablecerse; reparar; rehabilitar; arreglar; reponerse; restablecer; poner en orden; ajustar; corregir; restaurar-
restablecerse verb
-
reparar verb
-
rehabilitar verb
-
arreglar verb
-
reponerse verb
-
restablecer verb
-
poner en orden verb
-
ajustar verb
-
corregir verb
-
restaurar verb
-
-
herstellen (verbeteren; corrigeren; bijwerken; goedmaken; beteren; repareren; herzien; renoveren)
mejorar; corregir; rectificar; rehabilitar; renovar; reparar; perfeccionar-
mejorar verb
-
corregir verb
-
rectificar verb
-
rehabilitar verb
-
renovar verb
-
reparar verb
-
perfeccionar verb
-
-
herstellen (renoveren; hernieuwen; vernieuwen; verbeteren)
levantar; rehabilitar; reformar; alzar; actualizar; sanear; renovar; reorganizar; cambiar; reparar; prosperar; florecer; restaurar; innovar; modernizar-
levantar verb
-
rehabilitar verb
-
reformar verb
-
alzar verb
-
actualizar verb
-
sanear verb
-
renovar verb
-
reorganizar verb
-
cambiar verb
-
reparar verb
-
prosperar verb
-
florecer verb
-
restaurar verb
-
innovar verb
-
modernizar verb
-
-
herstellen
-
herstellen
Conjugations for herstellen:
o.t.t.
- herstel
- herstelt
- herstelt
- herstellen
- herstellen
- herstellen
o.v.t.
- herstelde
- herstelde
- herstelde
- herstelden
- herstelden
- herstelden
v.t.t.
- heb hersteld
- hebt hersteld
- heeft hersteld
- hebben hersteld
- hebben hersteld
- hebben hersteld
v.v.t.
- had hersteld
- had hersteld
- had hersteld
- hadden hersteld
- hadden hersteld
- hadden hersteld
o.t.t.t.
- zal herstellen
- zult herstellen
- zal herstellen
- zullen herstellen
- zullen herstellen
- zullen herstellen
o.v.t.t.
- zou herstellen
- zou herstellen
- zou herstellen
- zouden herstellen
- zouden herstellen
- zouden herstellen
en verder
- ben hersteld
- bent hersteld
- is hersteld
- zijn hersteld
- zijn hersteld
- zijn hersteld
diversen
- herstel!
- herstelt!
- hersteld
- herstellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
herstellen
la restauración
Translation Matrix for herstellen:
Related Words for "herstellen":
Synonyms for "herstellen":
Antonyms for "herstellen":
Related Definitions for "herstellen":
Wiktionary Translations for herstellen:
herstellen
Cross Translation:
verb
-
terug werkend krijgen, repareren
- herstellen → reparar
-
er terug bovenop geraken, weer beter worden
- herstellen → reponerse
-
weer invoeren
- herstellen → restablecer
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• herstellen | → remendar | ↔ mend — to repair |
• herstellen | → reparación general | ↔ overhaul — to modernize, repair, renovate, or revise completely |
• herstellen | → repuntar; recuperarse | ↔ rally — To recover strength after a decline in prices |
• herstellen | → recuperar | ↔ recover — intransitive: to get better, regain health |
• herstellen | → reparar | ↔ repair — to restore to good working order |
• herstellen | → restaurar | ↔ restore — To bring back to a previous condition or state |
• herstellen | → corregir | ↔ redresser — Traductions à trier suivant le sens |
• herstellen | → reparar; aderezar; restaurar; arreglar | ↔ refaire — Réparer, raccommoder, rajuster une chose ruinée ou abîmée. (Sens général) |
• herstellen | → remediar; reparar; aderezar; restaurar; arreglar | ↔ remédier — porter remède, apporter du remède. |
• herstellen | → reformar; adelantar; mejorar; libertar; poner en libertad | ↔ réformer — rétablir dans l’ancienne forme ; donner une meilleure forme à une chose ; la corriger, la rectifier, soit ajouter, soit retrancher. |
• herstellen | → reparar; aderezar; restaurar; arreglar | ↔ réparer — remettre en état ce qui endommager. |
External Machine Translations: