Dutch
Detailed Translations for holde from Dutch to Spanish
hollen:
Conjugations for hollen:
o.t.t.
- hol
- holt
- holt
- hollen
- hollen
- hollen
o.v.t.
- holde
- holde
- holde
- holden
- holden
- holden
v.t.t.
- heb gehold
- hebt gehold
- heeft gehold
- hebben gehold
- hebben gehold
- hebben gehold
v.v.t.
- had gehold
- had gehold
- had gehold
- hadden gehold
- hadden gehold
- hadden gehold
o.t.t.t.
- zal hollen
- zult hollen
- zal hollen
- zullen hollen
- zullen hollen
- zullen hollen
o.v.t.t.
- zou hollen
- zou hollen
- zou hollen
- zouden hollen
- zouden hollen
- zouden hollen
en verder
- ben gehold
- bent gehold
- is gehold
- zijn gehold
- zijn gehold
- zijn gehold
diversen
- hol!
- holt!
- gehold
- hollend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
hollen (hardlopen; rennen; zich snel voortbewegen; snellen)
Translation Matrix for hollen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
correr | hardlopen; hollen; rennen; snellen; zich snel voortbewegen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
correr | aantrekken; afdruipen; dichttrekken; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; gaan; hardlopen; hardrijden; jachten; jakkeren; lopen; opdrijven; ophitsen; opjagen; rennen; reppen; sijpelen; sjezen; snel gaan; snellen; spoeden; stappen; stromen; uitdruppelen; vlieden; vloeien; vluchten; voortjagen; wegdringen; wegdrukken; wegduwen; wegschuiven; wegvluchten; zich voortbewegen | |
correr rapidamente | draven; hard rennen; hollen; pezen; sprinten | |
galopar | draven; hard rennen; hollen; pezen; racen; rennen; sprinten | galopperen |
Related Words for "hollen":
Wiktionary Translations for hollen:
hollen
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• hollen | → correr | ↔ laufen — von Lebewesen allgemein: sich schnell auf den Beinen (selten: anderen Gliedmaßen) fortbewegen |
• hollen | → correr | ↔ rennen — (intransitiv) sich schnell zu Fuß fortbewegen, schnell laufen |
• hollen | → correr | ↔ courir — Se déplacer rapidement, avec impétuosité, par un mouvement alternatif des jambes ou des pattes, n'ayant pendant un court instant aucun appui au sol. |