Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Translate huisarts

Translate huisarts from Dutch to Spanish

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

huisarts:
- médico de cabecera; médico de la familia
Wiktionary:
- huisarts → médico de cabecera
- huisarts → médico de familia

Dutch

Detailed Translations for huisarts from Dutch to Spanish

huisarts:

huisarts [de ~ (m)] noun

de huisarts (wijkdokter)
el médico de cabecera; el médico de la familia
- médico de cabecera [el ~] noun
- médico de la familia [el ~] noun

Translation Matrix for huisarts:

Noun	Related Translations	Other Translations
médico de cabecera	huisarts; wijkdokter
médico de la familia	huisarts; wijkdokter

Related Words for "huisarts":

huisartsen

Related Definitions for "huisarts":

dokter naar wie je het eerst gaat als je ziek bent¹
- de huisarts heeft me doorverwezen naar de specialist¹

Wiktionary Translations for huisarts:

huisarts

noun

een arts die de eerste lijn van opvang vormt voor een aantal vaste patiënten in de buurt
- huisarts → médico de cabecera

Cross Translation:

From	To	Via
• huisarts	→ médico de familia	↔ general practitioner — physician who provides primary care; family doctor

¹Muiswerk Woordenboek