Dutch
Detailed Translations for huismeester from Dutch to Spanish
huismeester:
-
de huismeester (huisbewaarder)
Translation Matrix for huismeester:
Noun | Related Translations | Other Translations |
conserje | huisbewaarder; huismeester | amanuensis; bewaarder; bewaker; butler; cipier; conciërge; conservator; deurwachter; gevangenbewaarder; herenknecht; hospes; huisbaas; huisheer; huisknecht; huurbaas; kamerbediende; kamerdienaar; kamerverhuurder; portier; schoolbewaarder; suppoost; wacht |
mayordomo | huisbewaarder; huismeester | hofmeester; huisknecht; majordomus; scheepssteward; surveillant; zaalchef |
portero | huisbewaarder; huismeester | bewaker; cipier; conciërge; deurwachter; doelman; doelverdediger; gevangenbewaarder; keeper; poortwachter; portier; schoolbewaarder; suppoost; wacht |
portezuela | huisbewaarder; huismeester | bewaker; cipier; gevangenbewaarder; klaphek; valhek; wacht |