Noun | Related Translations | Other Translations |
pintar
|
|
afbeelden; afschilderen; beschilderen
|
proponer
|
|
poneren; stellen
|
provocar
|
|
aanrichten; provoceren; treiteren; uitlokken
|
representar
|
|
afbeelden; afschilderen
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
adivinar
|
adviseren; iets aanraden; ingeven; raden; suggereren
|
afwegen; beschuldigen; betichten; gissen; gissing maken; incrimineren; overdenken; overwegen; postuleren; raden; tegemoetzien; uitkijken naar; verdacht maken; verdenken; verwachten; vooronderstellen; voorspellen; voortellen; vooruitzien; waarzeggen; wichelen
|
appreciar
|
adviseren; iets aanraden; ingeven; raden; suggereren
|
afwegen; overdenken; overwegen
|
conjeturar
|
adviseren; iets aanraden; ingeven; raden; suggereren
|
afwegen; beschuldigen; betichten; gissen; gissing maken; incrimineren; overdenken; overwegen; postuleren; raden; verdacht maken; verdenken; vooronderstellen
|
estimar
|
adviseren; iets aanraden; ingeven; raden; suggereren
|
afwegen; appreciëren; begroten; bepalen; beramen; berekenen; gissen; gissing maken; inschatten; op prijs stellen; overdenken; overwegen; prijzen; raden; ramen; schatten; taxeren; van een prijs voorzien; waarderen
|
hacer conjeturas
|
adviseren; iets aanraden; ingeven; raden; suggereren
|
afwegen; gissen; gissing maken; overdenken; overwegen; raden
|
inspirar
|
adviseren; iets aanraden; ingeven; raden; suggereren
|
activeren; bezielen; een inspirerende werking hebben; erin blazen; inblazen; inboezemen; ingeven; inspireren; opleven; opwekken; reanimeren; tot leven wekken; verlevendigen
|
pintar
|
adviseren; iets aanraden; ingeven; raden; suggereren
|
afbeelden; afschilderen; beschilderen; doen lijken; lakken; portretteren; schilderen; tekenen; uitbeelden; uitschilderen; verbeelden; verpersonificeren; vertolken; verven
|
presentar
|
adviseren; iets aanraden; ingeven; raden; suggereren
|
aanbieden; aandienen; aangeven; aanreiken; afgeven; blootleggen; etaleren; exposeren; geven; iets aankondigen; in aantocht zijn; indienen; influisteren; ingeven; laten zien; offreren; onthullen; ontmaskeren; overgeven; overhandigen; presenteren; souffleren; tentoonstellen; toesteken; tonen; uitloven; uitstallen; vertonen; voorleggen; weergeven; zich aandienen; zich voordoen
|
proponer
|
adviseren; iets aanraden; ingeven; raden; suggereren
|
aanbevelen; aandragen; aanmerken; aanraden; aanvoeren; declameren; een voorstel doen; hoogdravend praten; iemand recommanderen; naar voren brengen; nomineren; opperen; oreren; poneren; stellen; te berde brengen; voordragen; voorslaan; voorstellen
|
provocar
|
adviseren; iets aanraden; ingeven; raden; suggereren
|
aandoen; aanjagen; aanleiding geven tot; aanmoedigen; aanrichten; aansporen; aanstichten; aanvuren; aanwakkeren; aanzetten tot; activeren; bemoedigen; berokkenen; bezielen; influisteren; ingeven; instigeren; jennen; koeioneren; kwellen; motiveren; narren; ontlokken; ophitsen; opjutten; oppeppen; oppoken; opporren; opwekken; pesten; plagen; porren; provoceren; sarren; souffleren; stangen; stimuleren; tarten; tergen; teweegbrengen; toemoedigen; treiteren; uitdagen; uitklokken; uitlokken; veroorzaken; verwekken; wegpesten; zieken
|
representar
|
adviseren; iets aanraden; ingeven; raden; suggereren
|
aanbieden; exposeren; laten zien; offreren; presenteren; representeren; tentoonstellen; tonen; vertegenwoordigen; vertonen; voorleggen; weergeven
|
sugerir
|
adviseren; iets aanraden; ingeven; raden; suggereren
|
aandragen; aanvoeren; naar voren brengen; opperen; poneren; stellen; suggereren; te berde brengen
|