Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Translate insolide

Translate insolide from Dutch to Spanish

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

insolide:
- inseguro; desequilibrado; lábil; tambaleante; inestable; voluble; vacilante; poco consistente; poco sólido

Dutch

Detailed Translations for insolide from Dutch to Spanish

insolide:

insolide adj

insolide
inseguro; desequilibrado; lábil; tambaleante; inestable; voluble; vacilante; poco consistente; poco sólido
- inseguro adj
- desequilibrado adj
- lábil adj
- tambaleante adj
- inestable adj
- voluble adj
- vacilante adj
- poco consistente adj
- poco sólido adj

Translation Matrix for insolide:

Modifier	Related Translations	Other Translations
desequilibrado	insolide	dwaas; eigenaardig; gedesequilibreerd; geestelijk onstabiel; gek; labiel; maf; mal; onevenwichtig; onharmonisch; typisch; vreemd; waggelend
inestable	insolide	buiig; chagrijnig; geestelijk onstabiel; gemelijk; humeurig; inconsistent; knorrig; labiel; los; niet duidelijk; niet helder; niet zeker; nukkig; nurks; onbestendig; onduidelijk; ongewis; onhelder; onklaar; onstabiel; onvast; rank; sikkeneurig; slecht gehumeurd; troebel; vaag; variabel; variërend; veranderlijk; waggelend; wankel; wankelbaar; wankelend; wisselend; wisselvallig
inseguro	insolide	geestelijk onstabiel; labiel; niet duidelijk; niet helder; niet zeker; onduidelijk; ongewis; onhelder; onklaar; onvast; onveilig; troebel; vaag
lábil	insolide	geestelijk onstabiel; labiel; los; onstabiel; onvast; rank; wankel; wankelbaar; wankelend
poco consistente	insolide	geestelijk onstabiel; labiel; onstabiel
poco sólido	insolide	geestelijk onstabiel; labiel; onsolide
tambaleante	insolide	fluctuerend; geestelijk onstabiel; heen en weer bewegend; labiel; los; onstabiel; onvast; rank; schommelend; waggelend; wankel; wankelbaar; wankelend; wiebelend
vacilante	insolide	aarzelend; besluitloos; dralend; geestelijk onstabiel; halfslachtig; huiverig; labiel; langzaam; leuterig; niet duidelijk; niet helder; onduidelijk; onhelder; onklaar; onstandvastig; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; troebel; twijfelmoedig; vaag; variabel; variërend; wankelmoedig; weifelend
voluble	insolide	aarzelend; besluiteloos; geestelijk onstabiel; labiel; weifelachtig; weifelend

External Machine Translations: