Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. invaller:


Dutch

Detailed Translations for invaller from Dutch to Spanish

invaller:

invaller [de ~ (m)] noun

  1. de invaller (hulpkracht; noodhulp)
    el substituto; el interino; el reemplazante; el sustituto
  2. de invaller (wisselspeler; wissel)
    el reemplazante

Translation Matrix for invaller:

NounRelated TranslationsOther Translations
interino hulpkracht; invaller; noodhulp
reemplazante hulpkracht; invaller; noodhulp; wissel; wisselspeler remplaçant; substituut
substituto hulpkracht; invaller; noodhulp
sustituto hulpkracht; invaller; noodhulp invalster; plaatsvervanger; remplaçant; reserve; substituut; vervangend product; vervanging; vervangingsmiddel
ModifierRelated TranslationsOther Translations
interino fungerend; handelend; loco-; plaatsvervangend; waarnemend
sustituto loco-; plaatsvervangend; waarnemend

Related Words for "invaller":

  • invallers