Dutch

Detailed Translations for kring from Dutch to Spanish

kring:

kring [de ~ (m)] noun

  1. de kring (cirkel; rondje)
    el círculo; el anillo; la vuelta; la ronda; la corona; el turno
  2. de kring (cirkel)
    el cerco; el círculo; el cordón circunvalatorio
  3. de kring (kringvormig; kringel)
    el anillo; el halo; el aro; la esfera; el círculo; el cordón circunvalatorio
  4. de kring (cirkelvorm)
    el círculo; la forma redonda; la forma circular

Translation Matrix for kring:

NounRelated TranslationsOther Translations
anillo cirkel; kring; kringel; kringvormig; rondje ring; soort sieraad
aro kring; kringel; kringvormig haarband; haarlint; hoelahoep; hoelahoepel; hoepel; lint
cerco cirkel; kring aaneenschakeling; beleg; belegering; keten; ketting; rayon; rayon van een bedrijf; snoer
cordón circunvalatorio cirkel; kring; kringel; kringvormig aaneenschakeling; ambachtsgilde; bond; club; gilde; keten; ketting; orde; organisatie; snoer; sociëteit; soos; unie; vakgenootschap; vereniging
corona cirkel; kring; rondje aaneenschakeling; keten; ketting; koningskroon; kroon; snoer; sociëteit; soos
círculo cirkel; cirkelvorm; kring; kringel; kringvormig; rondje aaneenschakeling; bond; club; gilde; keten; ketting; orde; organisatie; snoer; societiet; sociëteit; soos; unie; vereniging
esfera kring; kringel; kringvormig aaneenschakeling; harses; keten; ketting; snoer; wijzerplaat
forma circular cirkelvorm; kring
forma redonda cirkelvorm; kring
halo kring; kringel; kringvormig aaneenschakeling; aureool; halo; heiligenschijn; keten; ketting; lichtkrans; mandorla; snoer; stralenkrans; stralenkroon
ronda cirkel; kring; rondje afstand; baan; baanvak; etappe; omgang; pad; ronde; rondje; route; tournee; traject; weg
turno cirkel; kring; rondje afstand; baan; baanvak; beurt; etappe; pad; ronde; rondje; route; spelletje; tournee; traject; weg
vuelta cirkel; kring; rondje achterkant; achterstel; achterzijde; bocht; dagtocht; draai; draaicirkel; excursie; inversie; keer; keerpunt; keerzijde; kering; kleingeld; kromming; kronkel; leuning; omdraaiing; omkering; omkering van de woordvolgorde; ommedraai; ommekeer; omwenteling; onaangename zijde; rentree; revolutie; ronding; rondtocht; rondwandeling; rug; rugleuning; rugstuk; rugzijde; terugkomst; terugrit; terugtocht; terugweg; thuiskomst; toer; totale verandering; uitstapje; wending; wisselgeld; zwenking

Related Words for "kring":

  • kringen

Related Definitions for "kring":

  1. figuur in de vorm van een cirkel1
    • de kinderen staan in een kring1
  2. groep mensen die bij elkaar horen1
    • Willem hoort tot mijn vriendenkring1

Wiktionary Translations for kring:

kring
noun
  1. een ronde figuur zoals een cirkel

Cross Translation:
FromToVia
kring círculo circle — two-dimensional outline geometric figure
kring curva circle — curve
kring grupo; círculo circle — group of persons
kring tertulia Klönschnacknorddeutsch: formlose Unterhaltung
kring círculo; sector; circunscripción; distrito Kreis — eine abgegrenzte oder näher bestimmte Personengruppe
kring círculo; redondel; corro; peña; tertulia cercle — géométrie|fr Dans un plan euclidien, lieu de tous les points équidistants d’un point donné appelé le centre du cercle. La distance au centre s’appelle le rayon.
kring círculo; redondel; corro; peña; tertulia rondcercle, forme circulaire.
kring círculo; redondel; corro; peña; tertulia rondesurveillance ; tour de garde.

Related Translations for kring