Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- kronkel:
- kronkelen:
-
Wiktionary:
- kronkelen → culebrear, serpentear
- kronkelen → curvar, serpentear, contorsionar
Dutch
Detailed Translations for kronkel from Dutch to Spanish
kronkel:
-
de kronkel (lusvormige kromming; lus; knoop; kink; draai)
Translation Matrix for kronkel:
Related Words for "kronkel":
kronkelen:
-
kronkelen (herhaald krommen; twisten)
serpentear; torcerse; retorcerse; enroscarse-
serpentear verb
-
torcerse verb
-
retorcerse verb
-
enroscarse verb
-
Conjugations for kronkelen:
o.t.t.
- kronkel
- kronkelt
- kronkelt
- kronkelen
- kronkelen
- kronkelen
o.v.t.
- kronkelde
- kronkelde
- kronkelde
- kronkelden
- kronkelden
- kronkelden
v.t.t.
- heb gekronkeld
- hebt gekronkeld
- heeft gekronkeld
- hebben gekronkeld
- hebben gekronkeld
- hebben gekronkeld
v.v.t.
- had gekronkeld
- had gekronkeld
- had gekronkeld
- hadden gekronkeld
- hadden gekronkeld
- hadden gekronkeld
o.t.t.t.
- zal kronkelen
- zult kronkelen
- zal kronkelen
- zullen kronkelen
- zullen kronkelen
- zullen kronkelen
o.v.t.t.
- zou kronkelen
- zou kronkelen
- zou kronkelen
- zouden kronkelen
- zouden kronkelen
- zouden kronkelen
en verder
- is gekronkeld
- zijn gekronkeld
diversen
- kronkel!
- kronkelt!
- gekronkeld
- kronkelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for kronkelen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
enroscarse | herhaald krommen; kronkelen; twisten | |
retorcerse | herhaald krommen; kronkelen; twisten | |
serpentear | herhaald krommen; kronkelen; twisten | deinen; fluctueren; golven; in kringetjes ronddraaien; kringelen; omwisselen; rondslingeren; slingeren; variëren; wiegelen; wisselen |
torcerse | herhaald krommen; kronkelen; twisten |
Related Words for "kronkelen":
Wiktionary Translations for kronkelen:
kronkelen
Cross Translation:
verb
-
in veel bochten lopen of bewegen
- kronkelen → culebrear; serpentear
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• kronkelen | → curvar; serpentear | ↔ mäandern — Geographie: (bezogen auf Flüsse, Bäche) einen gewundenen Verlauf wie der Mäander aufweisen, sich in Mäanderform bewegen |
• kronkelen | → contorsionar | ↔ writhe — to twist or contort the body |
External Machine Translations: