Translate kunstje from Dutch to Spanish

Remove Ads

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

kunstje:
- truco; maña; treta; arte; artes; comodidad; agilidad; manija; presteza; ciencia; aptitud; pericia

Dutch

Detailed Translations for kunstje from Dutch to Spanish

kunstje:

kunstje [het ~] noun

het kunstje (truc; foefje; kneep; kneepje; maniertje)
el truco; la maña; la treta
- truco [el ~] noun
- maña [la ~] noun
- treta [la ~] noun
het kunstje (kunstgreep; kunst; behendigheid; truc; handigheid)
el arte; la artes; la comodidad; la agilidad; la manija; la presteza; el truco; la ciencia; la aptitud; la pericia
- arte [el ~] noun
- artes [la ~] noun
- comodidad [la ~] noun
- agilidad [la ~] noun
- manija [la ~] noun
- presteza [la ~] noun
- truco [el ~] noun
- ciencia [la ~] noun
- aptitud [la ~] noun
- pericia [la ~] noun

Translation Matrix for kunstje:

Noun	Related Translations	Other Translations
agilidad	behendigheid; handigheid; kunst; kunstgreep; kunstje; truc	beweeglijkheid; drukte; gezwindheid; kwiekheid; lenigheid; levendigheid; opgewektheid; rapheid; rapiditeit; schielijkheid; snelheid; soepelheid; souplesse; tempo; vaart; vlotheid; vlugheid; vrolijkheid
aptitud	behendigheid; handigheid; kunst; kunstgreep; kunstje; truc	bekwaamheid; capaciteit; geschiktheid; kwaliteit; ter zake kundigheid; vaardigheid
arte	behendigheid; handigheid; kunst; kunstgreep; kunstje; truc	kunde; kundigheid; tochtje; toertje; trip; uitje; uitstapje
artes	behendigheid; handigheid; kunst; kunstgreep; kunstje; truc	kunsten
ciencia	behendigheid; handigheid; kunst; kunstgreep; kunstje; truc	weten; wetenschap
comodidad	behendigheid; handigheid; kunst; kunstgreep; kunstje; truc	behaaglijkheid; comfort; gemak; gemakkelijkheid; gemoedelijkheid; gerief; geriefelijkheid; gerieflijkheid; gezelligheid; inschikkelijkheid; knusheid; lichtheid; soepelheid
manija	behendigheid; handigheid; kunst; kunstgreep; kunstje; truc	greep; handel; handgreep; handvat; hendel
maña	foefje; kneep; kneepje; kunstje; maniertje; truc
pericia	behendigheid; handigheid; kunst; kunstgreep; kunstje; truc	deskundigheid; expertise; kennis van zaken; kunde; kundigheid; vakkundigheid
presteza	behendigheid; handigheid; kunst; kunstgreep; kunstje; truc	bekwaamheid; deskundigheid; gehaastheid; haast; haastigheid; ijl; kennis van zaken; overijling; spoed; vaardigheid; vakkundigheid
treta	foefje; kneep; kneepje; kunstje; maniertje; truc	foef; kunstgreep; list; manoeuvre; truc; trucage
truco	behendigheid; foefje; handigheid; kneep; kneepje; kunst; kunstgreep; kunstje; maniertje; truc	foef; gemene streek; goochelkunstje; goocheltruc; handigheid; kneep; kunst; kunstgreep; list; manoeuvre; toer; truc; trucage; valsheid; vuile truc

Related Words for "kunstje":

kunstjes

External Machine Translations:

Remove Ads

Translate kunstje from Dutch to Spanish

Detailed Translations for kunstje from Dutch to Spanish

kunstje:

kunstje [het ~] noun

het kunstje (truc; foefje; kneep; kneepje; maniertje)

het kunstje (kunstgreep; kunst; behendigheid; truc; handigheid)

Translation Matrix for kunstje:

Related Words for "kunstje":