Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. lastpak:


Dutch

Detailed Translations for lastpak from Dutch to Spanish

lastpak:

lastpak [de ~] noun

  1. de lastpak (hinderlijk persoon; lastpost)
    el latoso; el pesado

Translation Matrix for lastpak:

NounRelated TranslationsOther Translations
latoso hinderlijk persoon; lastpak; lastpost galbak; zeemleer
pesado hinderlijk persoon; lastpak; lastpost chagrijn; druiloortje; ergernis; etter; etterbak; galbak; hinder; overlast; spelbreker
ModifierRelated TranslationsOther Translations
latoso onprettig
pesado afgezaagd; beklagend; bezwaarlijk; corpulent; dik; eentonig; ellendig; ergerlijk; fantastisch; flauw; formidabel; geweldig; gezet; irritant; jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagerig; langdraadig; langwijlig; lastig; lijvig; lijzig; log; lomp; loom; machtig; melig; met bezwaren; met een groot gewicht; moeilijk verteerbaar; monotoon; negatief; onsierlijk van gedaante; plomp; prachtig; rot; saai; slaapverwekkend; slecht verteerbaar; stomvervelend; vervelend; vetlijvig; voortvarend; zeurderig; zwaar; zwaarlijvig

Related Words for "lastpak":

  • lastpakken

Related Definitions for "lastpak":

  1. iemand die je stoort of belemmert1
    • dat verwende kind is een echte lastpak1