Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. levenspaar:


Dutch

Detailed Translations for levenspaar from Dutch to Spanish

levenspaar:

levenspaar [znw.] noun

  1. levenspaar (paar; koppel)
    la pareja; el par

Translation Matrix for levenspaar:

NounRelated TranslationsOther Translations
par koppel; levenspaar; paar gelijke; koppel; paar; stel; stelletje; weerga
pareja koppel; levenspaar; paar echtgenote; gemalin; koppel; paar; pendant; stel; stelletje; twee stuks; tweetal