Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. loslippigheid:
  2. loslippig:


Dutch

Detailed Translations for loslippigheid from Dutch to Spanish

loslippigheid:

loslippigheid [de ~ (v)] noun

  1. de loslippigheid (indiscretie)
    la indiscreción

Translation Matrix for loslippigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
indiscreción indiscretie; loslippigheid indiscretie; indringerigheid; onbescheidenheid

Related Words for "loslippigheid":


loslippigheid form of loslippig:


Translation Matrix for loslippig:

NounRelated TranslationsOther Translations
cagarruta drek; kak; poep; poephoop; schijt; stront
chismoso babbelaar; binnendringer; infiltrant; keuvelaar; klapekster; kouter; kwaadspreker; lasteraar; lasteraarster; prater; roddelaar; roddelaarster; slangentong; spion; theetante; vuilspuiter
cotilla keurslijf; korset; lasteraarster
parlanchín babbelaar; bluffer; dikdoener; flapuit; hannes; keutelaar; keuvelaar; klapekster; klep; kletskop; kletskous; kletsmajoor; kouter; kwebbel; leuteraar; opschepper; opscheppers; pocher; praatjesmakers; prater; sijsjeslijmer; slak; snoever; snoevers; spraakwaterval; sukkel; talmer; teut; theetante; treuzel; treuzelaar; treuzelkous; windbuil; windbuilen; zwammer; zwetser
ModifierRelated TranslationsOther Translations
cagarruta babbelziek; loslippig
chismoso babbelachtig; babbelziek; flapuit; indiscreet; kletserig; kletsgraag; loslippig; mededeelzaam; praatgraag; praatziek; spraakzaam
cotilla babbelachtig; babbelziek; flapuit; indiscreet; kletserig; kletsgraag; loslippig; mededeelzaam; praatgraag; praatziek; spraakzaam
locuaz babbelachtig; babbelziek; flapuit; indiscreet; kletserig; kletsgraag; loslippig; mededeelzaam; praatgraag; praatziek; spraakzaam
parlanchín babbelachtig; babbelziek; flapuit; indiscreet; kletserig; kletsgraag; loslippig; mededeelzaam; praatgraag; praatziek; spraakzaam

Related Words for "loslippig":