Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. luidsprekers:
  2. luidspreker:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for luidsprekers from Dutch to Spanish

luidsprekers:

luidsprekers [de ~] noun, plural

  1. de luidsprekers (boxen)
    el altavoces; el altoparlantes

Translation Matrix for luidsprekers:

NounRelated TranslationsOther Translations
altavoces boxen; luidsprekers
altoparlantes boxen; luidsprekers

Related Words for "luidsprekers":


luidsprekers form of luidspreker:

luidspreker [de ~ (m)] noun

  1. de luidspreker (megafoon)
    el megáfono
  2. de luidspreker

Translation Matrix for luidspreker:

NounRelated TranslationsOther Translations
altavoz luidspreker speaker
megáfono luidspreker; megafoon scheepsroeper
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
manos libres luidspreker

Related Words for "luidspreker":


Wiktionary Translations for luidspreker:

luidspreker
noun
  1. elektrotechniek|nld toestel waarin elektrische energie in akoestische energie wordt omgezet, gewoonlijk om muziek en stemgeluid te verspreiden

Cross Translation:
FromToVia
luidspreker altoparlante; altavoz loudspeaker — transducer
luidspreker altavoz speaker — loudspeaker
luidspreker altavoz; parlante LautsprecherElektrotechnik: Vorrichtung zum Umwandeln elektrischer Energie in Schall, z.B. zum Wiedergeben aufgezeichneter Musik
luidspreker altavoz haut-parleur — Sonorisation