Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Translate magerte

Translate magerte from Dutch to Spanish

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

magerte:
- mareo; arcadas; delgadez; flaqueza; putrefacción; ganas de vomitar; blascas

Dutch

Detailed Translations for magerte from Dutch to Spanish

magerte:

magerte [de ~ (v)] noun

de magerte (magerheid; dun zijn)
el mareo; la arcadas; la delgadez; la flaqueza; la putrefacción; la ganas de vomitar; la blascas
- mareo [el ~] noun
- arcadas [la ~] noun
- delgadez [la ~] noun
- flaqueza [la ~] noun
- putrefacción [la ~] noun
- ganas de vomitar [la ~] noun
- blascas [la ~] noun
de magerte (magerheid; schraalheid)
la delgadez; la flaqueza
- delgadez [la ~] noun
- flaqueza [la ~] noun

Translation Matrix for magerte:

Noun	Related Translations	Other Translations
arcadas	dun zijn; magerheid; magerte
blascas	dun zijn; magerheid; magerte
delgadez	dun zijn; magerheid; magerte; schraalheid	ielheid; magerheid
flaqueza	dun zijn; magerheid; magerte; schraalheid	flauwheid; ielheid; magerheid; teerheid; zonder veel smaak; zwakheid
ganas de vomitar	dun zijn; magerheid; magerte
mareo	dun zijn; magerheid; magerte	duizeligheid; luchtziekte; misselijkheid; ongesteldheid; onpasselijkheid; wagenziekte; zeeziekte
putrefacción	dun zijn; magerheid; magerte	bederf; bederven; bedorvenheid; ontbinding; rotheid; vergaan; vergaanheid; verrotheid; verrotten; verrotting; verwording