Home
Dictionaries
Word Fun
About
Feedback
In Nederlands
Home
->
Dictionaries
->
Dutch/Spanish
->Translate manco
Translate
manco
from Dutch to Spanish
Search
Remove Ads
Summary
Dutch to Spanish:
more detail...
manco:
falta
;
carencia
;
defecto
;
falta de peso
;
deficiencia
;
fallo
;
merma
;
vacío
;
hueco
;
debilidad
;
desperfecto
Wiktionary:
manco →
falta
,
escasez
Dutch
Detailed Translations for
manco
from Dutch to Spanish
manco:
manco
[
het ~
]
noun
het manco
(
gebrek
;
tekort
)
la
falta
;
la
carencia
;
el
defecto
;
la
falta de peso
;
la
deficiencia
;
el
fallo
falta
[
la ~
]
noun
carencia
[
la ~
]
noun
defecto
[
el ~
]
noun
falta de peso
[
la ~
]
noun
deficiencia
[
la ~
]
noun
fallo
[
el ~
]
noun
het manco
(
gebrek
;
zwakheid
)
la
falta
;
el
defecto
;
la
deficiencia
;
la
merma
;
el
vacío
;
el
hueco
;
la
debilidad
;
el
desperfecto
falta
[
la ~
]
noun
defecto
[
el ~
]
noun
deficiencia
[
la ~
]
noun
merma
[
la ~
]
noun
vacío
[
el ~
]
noun
hueco
[
el ~
]
noun
debilidad
[
la ~
]
noun
desperfecto
[
el ~
]
noun
Translation Matrix for
manco
:
Noun
Related Translations
Other Translations
carencia
gebrek
;
manco
;
tekort
deficit
;
feil
;
fout
;
gebrek
;
gemis
;
handicap
;
krapte
;
krimp
;
krimping
;
lacune
;
leegte
;
leemte
;
lichaamsgebrek
;
nooddruft
;
ontbering
;
schaarsheid
;
schaarste
;
slinking
;
tekort
debilidad
gebrek
;
manco
;
zwakheid
broosheid
;
geen kracht hebben
;
gevoeligheid
;
impotentie
;
krachteloosheid
;
kwetsbaarheid
;
laksheid
;
machteloosheid
;
onmacht
;
onvermogen
;
slapheid
;
slapte
;
sulligheid
;
teerheid
;
weekheid
;
zachtheid
;
zwakheid
;
zwakte
defecto
gebrek
;
manco
;
tekort
;
zwakheid
afwijking
;
defect
;
euvel
;
feil
;
fout
;
gebrek
;
handicap
;
incorrectheid
;
machinedefect
;
mankement
;
onjuistheid
;
onvolkomenheid
deficiencia
gebrek
;
manco
;
tekort
;
zwakheid
afwijking
;
deficit
;
euvel
;
feil
;
fout
;
gebrek
;
gebrekkigheid
;
gemis
;
handicap
;
lacune
;
leegte
;
leemte
;
lichaamsgebrek
;
mankement
;
minpunt
;
onvolkomenheid
;
tekort
;
tekortkoming
;
verliespunt
desperfecto
gebrek
;
manco
;
zwakheid
feil
;
fout
;
gebrek
fallo
gebrek
;
manco
;
tekort
abuis
;
afgang
;
blunder
;
domheid
;
dwaling
;
echec
;
feil
;
fiasco
;
flater
;
flop
;
fout
;
gebrek
;
giller
;
het uitspreken
;
incorrectheid
;
misgreep
;
mislukking
;
misrekening
;
misser
;
misslag
;
misstap
;
misverstand
;
onjuistheid
;
oordeelvelling
;
schuldigverklaring
;
tekortkoming
;
uitspraak
;
vergissing
;
veroordeling
;
vonnis
falta
gebrek
;
manco
;
tekort
;
zwakheid
aantasting
;
abuis
;
blunder
;
deficit
;
delict
;
domheid
;
dwaling
;
feil
;
flater
;
fout
;
gebrek
;
giller
;
inbreuk
;
incorrectheid
;
misgreep
;
misslag
;
onbillijkheid
;
ongerechtigheid
;
onjuistheid
;
onrecht
;
onrechtvaardigheid
;
overtreding
;
schending
;
schennis
;
tekort
;
verdragsschending
;
vergissing
;
vergrijp
falta de peso
gebrek
;
manco
;
tekort
hueco
gebrek
;
manco
;
zwakheid
bak
;
bowl
;
buurtschap
;
gaping
;
gat
;
gehucht
;
hiaat
;
holte
;
laagte
;
lek
;
lekken
;
muurnis
;
niche
;
nis
;
schacht
;
uitholling
merma
gebrek
;
manco
;
zwakheid
korting
;
prijsverlaging
;
reductie
vacío
gebrek
;
manco
;
zwakheid
exodus
;
gaping
;
hiaat
;
ledigheid
;
leegloop
;
leegte
;
luchtledige ruimte
;
vacuüm
Modifier
Related Translations
Other Translations
hueco
hol
;
inhoudsloos
;
leeg
;
nietszeggend
vacío
blanco
;
inhoudsloos
;
ledig
;
leeg
;
luchtledig
;
onaangebroken
;
onaangeroerd
;
onaangetast
;
onbeschreven
;
onbewoond
;
onbezet
;
ongebruikt
;
ongeopend
;
oningevuld
;
vacuum
;
zonder inhoud
Wiktionary Translations for
manco
:
Cross Translation:
From
To
Via
•
manco
→
falta
↔
insuffisance
—
état
de ce qui est
insuffisant
.
•
manco
→
falta
;
escasez
↔
manque
—
absence
,
défaut
, fait de
manquer
.
•
manco
→
falta
↔
privation
—
perte
,
absence
,
manque
d’un
bien
, d’un
avantage
qu’on
avait
, ou qu’on
devait
, qu’on
pouvait
avoir.
External Machine Translations:
Remove Ads
Remove Ads