Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Translate maniertje

Translate maniertje from Dutch to Spanish

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

maniertje:
- truco; maña; treta
manier:
- método; manera; forma; modo de obrar; modo; estilo; comportamiento; conducta
Wiktionary:
- manier → manera, modo
- manier → manera, forma, modo, facción, maneras

Dutch

Detailed Translations for maniertje from Dutch to Spanish

maniertje:

maniertje [het ~] noun

het maniertje (truc; kunstje; foefje; kneep; kneepje)
el truco; la maña; la treta
- truco [el ~] noun
- maña [la ~] noun
- treta [la ~] noun

Translation Matrix for maniertje:

Noun	Related Translations	Other Translations
maña	foefje; kneep; kneepje; kunstje; maniertje; truc
treta	foefje; kneep; kneepje; kunstje; maniertje; truc	foef; kunstgreep; list; manoeuvre; truc; trucage
truco	foefje; kneep; kneepje; kunstje; maniertje; truc	behendigheid; foef; gemene streek; goochelkunstje; goocheltruc; handigheid; kneep; kunst; kunstgreep; kunstje; list; manoeuvre; toer; truc; trucage; valsheid; vuile truc

Related Words for "maniertje":

maniertjes, manier

manier:

manier [de ~] noun

de manier (methode; handelwijze; wijze; procedure; wijs; trant)
el método; la manera; la forma; el modo de obrar; el modo; el estilo
- método [el ~] noun
- manera [la ~] noun
- forma [la ~] noun
- modo de obrar [el ~] noun
- modo [el ~] noun
- estilo [el ~] noun
de manier (gedragswijze; gedrag; handelwijze; optreden)
el comportamiento; la manera; la conducta; el modo
- comportamiento [el ~] noun
- manera [la ~] noun
- conducta [la ~] noun
- modo [el ~] noun

Translation Matrix for manier:

Noun	Related Translations	Other Translations
comportamiento	gedrag; gedragswijze; handelwijze; manier; optreden	air; gedrag
conducta	gedrag; gedragswijze; handelwijze; manier; optreden	beweging; doorgang; doorloop; gang; gangpad; gebaar; lichaamsbeweging; passage
estilo	handelwijze; manier; methode; procedure; trant; wijs; wijze	aanzien; allure; stijl
forma	handelwijze; manier; methode; procedure; trant; wijs; wijze	afgieting; afgietsel; conditie; etiquette; figuur; gedaante; gedragslijn; gestalte; gietsel; herleidingskoers; in vorm zijn; inkleding; koers; lichaamslijn; moedervorm; pasvorm; postuur; schim; silhouet; valuta; vorm; wijze van voorstellen; wisselkoers
manera	gedrag; gedragswijze; handelwijze; manier; methode; optreden; procedure; trant; wijs; wijze	gedragslijn; hardloopwedstrijd; loop; moedervorm
modo	gedrag; gedragswijze; handelwijze; manier; methode; optreden; procedure; trant; wijs; wijze	deuntje; gedragslijn; modus; wijsje
modo de obrar	handelwijze; manier; methode; procedure; trant; wijs; wijze
método	handelwijze; manier; methode; procedure; trant; wijs; wijze	aanpak; gedragslijn; methode; procédé
-	methode; wijze
Not Specified	Related Translations	Other Translations
forma		shape

Related Words for "manier":

manieren, maniertje

Synonyms for "manier":

methode; wijze

Related Definitions for "manier":

hoe het gebeurt of hoe je het moet doen¹
- wat is de beste manier om een appel te schillen?¹

Wiktionary Translations for manier:

manier

noun

de handelswijze
- manier → manera; modo

Cross Translation:

From	To	Via
• manier	→ manera; forma; modo	↔ manner — way of performing or effecting; method or style
• manier	→ manera; modo; forma	↔ way — method
• manier	→ manera	↔ Manier — nur Singular: Art und Weise, Stil, Eigenart
• manier	→ manera	↔ Weise — Art, Methode, Art und Weise
• manier	→ manera; forma; facción	↔ façon — Action de faire
• manier	→ manera; modo; maneras	↔ manière — façon dont une chose se produire.

¹Muiswerk Woordenboek