Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. nasporing:


Dutch

Detailed Translations for nasporing from Dutch to Spanish

nasporing:

nasporing [znw.] noun

  1. nasporing (opsporing; speurwerk; traceerwerk)
    la investigación; la investigaciones; la indagación

Translation Matrix for nasporing:

NounRelated TranslationsOther Translations
indagación nasporing; opsporing; speurwerk; traceerwerk
investigaciones nasporing; opsporing; speurwerk; traceerwerk
investigación nasporing; opsporing; speurwerk; traceerwerk exploratie; inspectie; navorsing; onderzoek; research; verkenning; visitatie

Related Words for "nasporing":

  • nasporingen