Dutch

Detailed Translations for onduidelijkheid from Dutch to Spanish

onduidelijkheid:

onduidelijkheid [de ~ (v)] noun

  1. de onduidelijkheid (duisterheid; duister)
    la oscuridad; la vaguedad

Translation Matrix for onduidelijkheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
oscuridad duister; duisterheid; onduidelijkheid donker; duister; duisternis; onbekendheid; radeloosheid; somberheid; treurnis; triestheid; vertwijfeling; wanhoop
vaguedad duister; duisterheid; onduidelijkheid onbestembaarheid; onbestemd gevoel; vaagheid

Related Words for "onduidelijkheid":


Wiktionary Translations for onduidelijkheid:


Cross Translation:
FromToVia
onduidelijkheid confusión confusion — action de confondre

onduidelijkheid form of onduidelijk:


Translation Matrix for onduidelijk:

NounRelated TranslationsOther Translations
borroso drab; droesem; grondsoppen
indeciso wankelmoedige; weifelaar
infinito eeuwige leven; eeuwigheid; eindeloosheid; eindeloze duur; oneindigheid
siniestro catastrofe; ramp; schadegeval
vago arbeidsschuw; flierefluiter; klooier; lanterfant; lanterfanter; lapzwans; leegloper; luiaard; luilak; luiwammes; slampamper
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
indeterminado niet duidelijk; niet helder; onduidelijk; onhelder; onklaar; troebel; vaag afgedempt; gedempt; onbepaald; onbestemd
ModifierRelated TranslationsOther Translations
amortiguado niet helder; onduidelijk; vaag afgedempt; gedempt; halfluid
borroso flauw; mistig; nevelachtig; onduidelijk; onhelder; vaag; vagelijk; wazig beneveld; dreigend; eng; heiig; schemerig; schimmig; troebel; vaag; vaag zichtbaar; vervaagd; wazig; weggezakt in het geheugen
confuso flauw; mistig; nevelachtig; niet duidelijk; niet helder; onduidelijk; onhelder; onklaar; troebel; vaag; vagelijk; wazig; wollig achterlijk; bedeesd; beduusd; beschroomd; beteuterd; bleu; diffuus; geestelijk verward; gek; geschift; geschokt; gestoord; getroffen; idioot; idioterig; in de war; krankjorum; krankzinnig; maf; mesjogge; niet doorzichtig; niet goed snik; onbepaald; ondersteboven; ondoorzichtig; onoverzichtelijk; onthutst; ontredderd; ontsteld; ontzet; paf; perplex; schroomvallig; schuchter; stupide; timide; vaag waarneembaar; van streek; verlegen; verward; zot
cuestionable niet duidelijk; niet helder; onduidelijk; onhelder; onklaar; troebel; vaag aanvechtbaar; bedenkelijk; bestrijdbaar; betwist; betwistbaar; discutabel; dubieus; kwestieus; omstreden; twijfelachtig; variërend; verdacht; wisselend; wisselvallig
defectuoso niet duidelijk; niet helder; onduidelijk; onhelder; onklaar; troebel; vaag buiten gebruik; defect; onklaar; onvolkomen; onvolmaakt; stuk
descolorido flauw; mistig; nevelachtig; onduidelijk; onhelder; vaag; vagelijk; wazig bleek; flauw; flets; grauw; kleurloos; pips; vaal; verschoten
dudoso niet duidelijk; niet helder; onduidelijk; onhelder; onklaar; troebel; vaag aanvechtbaar; bedenkelijk; bestrijdbaar; betwist; betwistbaar; discutabel; dubieus; duister; kwestieus; louche; omstreden; onbetrouwbaar; onguur; twijfelachtig; verdacht
espinoso niet duidelijk; niet helder; onduidelijk; onhelder; onklaar; troebel; vaag benard; benauwd; branderig; doornachtig; doornachtige; doornen; doornig; ernstig; graatachtig; graatmager; hachelijk; kritiek; lastige; met stekels; penibel; stekelig; totaal vermagerd; van doornstruiken; van een doorngewas; vol doornen; zorgelijk; zorgwekkend
impreciso niet duidelijk; niet helder; onduidelijk; onhelder; onklaar; troebel; vaag onbepaald; onnauwkeurig; onzorgvuldig
impuro niet duidelijk; niet helder; onduidelijk; onhelder; onklaar; troebel; vaag drabbig; onkies; onkuis; onrein; onzindelijk; onzuiver; troebel; troebelachtig
incalculable niet duidelijk; niet helder; onduidelijk; onhelder; onklaar; troebel; vaag chagrijnig; gemelijk; humeurig; immens; knorrig; legio; nukkig; nurks; onbepaald; onbetaalbaar; onmeetbaar; onmetelijk; onoverzienbaar; onschatbaar; ontelbaar; ontzaglijk; sikkeneurig; slecht gehumeurd; talloos
incierto niet duidelijk; niet helder; onduidelijk; onhelder; onklaar; troebel; vaag aanvechtbaar; bestrijdbaar; betwistbaar; dubieus; kwestieus; niet zeker; ongewis; onvast; twijfelachtig
indeciso niet helder; onduidelijk; vaag aanvechtbaar; aarzelend; besluiteloos; besluitloos; bestrijdbaar; betwistbaar; dralend; dubieus; halfslachtig; kwestieus; langzaam; leuterig; onbeslist; onstandvastig; onuitgemaakt; schoorvoetend; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; twijfelachtig; twijfelmoedig; wankelmoedig; weifelachtig; weifelend
indefinido flauw; mistig; nevelachtig; niet duidelijk; niet helder; onduidelijk; onhelder; onklaar; troebel; vaag; vagelijk; wazig niet zeker; onbepaald; onbestemd; ongewis; onvast
inestable niet duidelijk; niet helder; onduidelijk; onhelder; onklaar; troebel; vaag buiig; chagrijnig; geestelijk onstabiel; gemelijk; humeurig; inconsistent; insolide; knorrig; labiel; los; niet zeker; nukkig; nurks; onbestendig; ongewis; onstabiel; onvast; rank; sikkeneurig; slecht gehumeurd; variabel; variërend; veranderlijk; waggelend; wankel; wankelbaar; wankelend; wisselend; wisselvallig
infinito niet duidelijk; niet helder; onduidelijk; onhelder; onklaar; troebel; vaag grenzeloos; onbepaald; ongelimiteerd; peilloos; richtingloos
inseguro niet duidelijk; niet helder; onduidelijk; onhelder; onklaar; troebel; vaag geestelijk onstabiel; insolide; labiel; niet zeker; ongewis; onvast; onveilig
insulso flauw; mistig; nevelachtig; onduidelijk; onhelder; vaag; vagelijk; wazig afgezaagd; eentonig; monotoon; saai; slaapverwekkend; slap; suf; vervelend; waterachtig; waterig
lanoso onduidelijk; wollig wolachtig; wollig
lanífero onduidelijk; wollig
lóbrego onduidelijk; wollig akelig; beroerd; duister; ellendig; eng; griezelig; louche; naar; onbetrouwbaar; onguur; sinister; verdacht
misterioso niet duidelijk; niet helder; onduidelijk; onhelder; onklaar; troebel; vaag; wollig duister; geheimzinnig; louche; mysterieus; onbetrouwbaar; onguur; raadselachtig; verdacht
no claro niet duidelijk; niet helder; onduidelijk; onhelder; onklaar; troebel; vaag
no seguro niet duidelijk; niet helder; onduidelijk; onhelder; onklaar; troebel; vaag niet zeker; ongewis; onvast
obscuro onduidelijk; wollig duister; louche; onbetrouwbaar; onguur; verdacht
opaco onduidelijk; wollig gematteerd; gesluierd; heiig; lichtdicht; mat; omfloerst; ondoorzichtelijk; vaag; vaag zichtbaar; wazig
oscuro onduidelijk; wollig beangstigend; donker; dubieus; duister; eng; glibberig; grauwkleurig; grijs; louche; melancholische; naargeestig; obscuur; onbetrouwbaar; onguur; onverlicht; somber; triest; troosteloos; verdacht; zwaarmoedig
poco claro onduidelijk; wollig niet doorzichtig; onbepaald; ondoorzichtig; onoverzichtelijk
poco fiable onduidelijk; wollig duister; leugenachtig; louche; onbetrouwbaar; onguur; verdacht
siniestro onduidelijk; wollig akelig; angstaanjagend; beangstigend; donker; dreigend; dubieus; duister; eng; glibberig; griezelig; huiveringwekkend; louche; luguber; obscuur; onappetijtelijk; onbetrouwbaar; onguur; onheilspellend; onsmakelijk; sinister; verdacht; walgelijk
sombrío onduidelijk; wollig aan een ziekte lijdend; akelig; bedrukt; beroerd; donker; dreigend; dubieus; duister; ellendig; eng; gedrukt; glibberig; grauw; grauwkleurig; griezelig; grijs; helaas; huiveringwekkend; jammer; jammer genoeg; louche; luguber; melancholische; mismoedig; mistroostig; moedeloos; naar; naargeestig; neerslachtig; obscuur; onbetrouwbaar; onguur; onheilspellend; pessimistisch; sinister; sneu; somber; spijtig; teneergeslagen; terneergeslagen; triest; troosteloos; verdacht; verdrietig; vreugdeloos; ziek; zwartgallig
sospechosamente onduidelijk; wollig dreigend; duister; huiveringwekkend; louche; luguber; onbetrouwbaar; onguur; onheilspellend; sinister; verdacht
sospechoso onduidelijk; wollig akelig; bedenkelijk; betwist; donker; dreigend; dubieus; duister; eng; glibberig; griezelig; huiveringwekkend; kwestieus; leugenachtig; louche; luguber; malafide; obscuur; omstreden; onappetijtelijk; onbetrouwbaar; onguur; onheilspellend; onsmakelijk; sinister; twijfelachtig; variërend; verdacht; walgelijk; wisselend; wisselvallig
tenebroso niet duidelijk; niet helder; onduidelijk; onhelder; onklaar; troebel; vaag; wollig beangstigend; dreigend; duister; eng; huiveringwekkend; louche; luguber; naargeestig; onbetrouwbaar; onguur; onheilspellend; sinister; somber; triest; troosteloos; verdacht; zwaarmoedig
turbio niet duidelijk; niet helder; onduidelijk; onhelder; onklaar; troebel; vaag drabbig; ondoorzichtelijk; onzuiver; troebel; troebelachtig
tétrico onduidelijk; wollig akelig; bedrukt; beroerd; dreigend; duister; ellendig; gedrukt; helaas; huiveringwekkend; jammer; jammer genoeg; louche; luguber; mismoedig; mistroostig; moedeloos; naar; neerslachtig; onbetrouwbaar; onguur; onheilspellend; sinister; sneu; spijtig; teneergeslagen; terneergeslagen; verdacht; verdrietig
vacilante niet duidelijk; niet helder; onduidelijk; onhelder; onklaar; troebel; vaag aarzelend; besluitloos; dralend; geestelijk onstabiel; halfslachtig; huiverig; insolide; labiel; langzaam; leuterig; onstandvastig; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; twijfelmoedig; variabel; variërend; wankelmoedig; weifelend
vago flauw; mistig; nevelachtig; niet duidelijk; niet helder; onduidelijk; onhelder; onklaar; troebel; vaag; vagelijk; wazig; wollig beneveld; bleek; dreigend; duister; eng; flauw; flets; heiig; huiveringwekkend; louche; luguber; lui; mistig; nevelachtig; nevelig; niet doorzichtig; niet zeker; niets doend; onbepaald; onbestemd; onbetrouwbaar; ondoorzichtig; ongewis; onguur; onheilspellend; onhelder; onoverzichtelijk; onvast; schemerig; schimmig; sinister; troebel; verdacht; verschoten; wazig

Related Words for "onduidelijk":

  • onduidelijkheid, onduidelijker, onduidelijkere, onduidelijkst, onduidelijkste, onduidelijke

Wiktionary Translations for onduidelijk:


Cross Translation:
FromToVia
onduidelijk ambiguo ambiguous — vague and unclear
onduidelijk frondoso; espeso; denso touffu — Qui est en touffe, qui est épais, bien garnir.