Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. ontsluiting:


Dutch

Detailed Translations for ontsluiting from Dutch to Spanish

ontsluiting:

ontsluiting [de ~ (v)] noun

  1. de ontsluiting (openlegging; ontsluiten)
    la dilatación; la apertura

Translation Matrix for ontsluiting:

NounRelated TranslationsOther Translations
apertura ontsluiten; ontsluiting; openlegging buurtschap; eerlijkheid; gat; gehucht; openhartigheid; openheid; openstelling; oprechtheid; rechtschapenheid; rondborstigheid; rondheid; voorprogramma
dilatación ontsluiten; ontsluiting; openlegging aangroei; aanwas; het groter worden; uitdijen; uitdijing; uitwijzing; uitzetten; vergroting; wijd worden

Related Words for "ontsluiting":


External Machine Translations: