Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. pennen:


Dutch

Detailed Translations for pent from Dutch to Spanish

pent form of pennen:

pennen verb (pen, pent, pende, penden, gepend)

  1. pennen (schrijven; kalken)

Conjugations for pennen:

o.t.t.
  1. pen
  2. pent
  3. pent
  4. pennen
  5. pennen
  6. pennen
o.v.t.
  1. pende
  2. pende
  3. pende
  4. penden
  5. penden
  6. penden
v.t.t.
  1. heb gepend
  2. hebt gepend
  3. heeft gepend
  4. hebben gepend
  5. hebben gepend
  6. hebben gepend
v.v.t.
  1. had gepend
  2. had gepend
  3. had gepend
  4. hadden gepend
  5. hadden gepend
  6. hadden gepend
o.t.t.t.
  1. zal pennen
  2. zult pennen
  3. zal pennen
  4. zullen pennen
  5. zullen pennen
  6. zullen pennen
o.v.t.t.
  1. zou pennen
  2. zou pennen
  3. zou pennen
  4. zouden pennen
  5. zouden pennen
  6. zouden pennen
diversen
  1. pen!
  2. pent!
  3. gepend
  4. pennend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for pennen:

NounRelated TranslationsOther Translations
escribir uitschrijven
VerbRelated TranslationsOther Translations
escribir kalken; pennen; schrijven boeken; corresponderen; een briefwisseling hebben; invoeren; noteren; opschrijven; optekenen; registreren; schrijven; typen; vastleggen
escribir mucho kalken; pennen; schrijven

Related Words for "pennen":