Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. pijpen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for pijpt from Dutch to Spanish

pijpen:

pijpen verb (pijp, pijpt, pijpte, pijpten, gepijpt)

  1. pijpen (fluiten; blazen)
  2. pijpen (fellatio doen; afzuigen; zuigen)

Conjugations for pijpen:

o.t.t.
  1. pijp
  2. pijpt
  3. pijpt
  4. pijpen
  5. pijpen
  6. pijpen
o.v.t.
  1. pijpte
  2. pijpte
  3. pijpte
  4. pijpten
  5. pijpten
  6. pijpten
v.t.t.
  1. heb gepijpt
  2. hebt gepijpt
  3. heeft gepijpt
  4. hebben gepijpt
  5. hebben gepijpt
  6. hebben gepijpt
v.v.t.
  1. had gepijpt
  2. had gepijpt
  3. had gepijpt
  4. hadden gepijpt
  5. hadden gepijpt
  6. hadden gepijpt
o.t.t.t.
  1. zal pijpen
  2. zult pijpen
  3. zal pijpen
  4. zullen pijpen
  5. zullen pijpen
  6. zullen pijpen
o.v.t.t.
  1. zou pijpen
  2. zou pijpen
  3. zou pijpen
  4. zouden pijpen
  5. zouden pijpen
  6. zouden pijpen
en verder
  1. is gepijpt
  2. zijn gepijpt
diversen
  1. pijp!
  2. pijpt!
  3. gepijpt
  4. pijpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for pijpen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
chuparsela afzuigen; fellatio doen; pijpen; zuigen
chupetear afzuigen; fellatio doen; pijpen; zuigen lurken; sabbelen; zuigen
silbar blazen; fluiten; pijpen fluisteren; knisperen; lispelen; ritselen; ruisen; sissen; suizelen; suizen; uitfluiten
soplar blazen; fluiten; pijpen blazen; doorslaan; hard waaien; hijgen; pimpelen; puffen; uitademen; uitblazen; verklappen; verraden; voorzeggen; waaien; wegblazen
tocar la flauta blazen; fluiten; pijpen

Related Words for "pijpen":


Wiktionary Translations for pijpen:


Cross Translation:
FromToVia
pijpen mamar; chupar blow — to fellate
pijpen felación; mamada; fellatio fellatio — oral stimulation of penis
pijpen mamar; petear suck off — to give a blowjob
pijpen mamar tailler une pipe — (familier, fr) sexua|fr Effectuer une fellation.

External Machine Translations: