Dutch
Detailed Translations for ploffen from Dutch to Spanish
ploffen:
-
ploffen (neerploffen)
estallar; dejarse caer; precipitar; derrumbarse; chapotear-
estallar verb
-
dejarse caer verb
-
precipitar verb
-
derrumbarse verb
-
chapotear verb
-
-
ploffen (ontploffen; uit elkaar spatten; springen; uit elkaar springen)
explotar; estallar; explosionar; reventar; cuartease; agrietarse-
explotar verb
-
estallar verb
-
explosionar verb
-
reventar verb
-
cuartease verb
-
agrietarse verb
-
Conjugations for ploffen:
o.t.t.
- plof
- ploft
- ploft
- ploffen
- ploffen
- ploffen
o.v.t.
- plofte
- plofte
- plofte
- ploften
- ploften
- ploften
v.t.t.
- ben geploft
- bent geploft
- is geploft
- zijn geploft
- zijn geploft
- zijn geploft
v.v.t.
- was geploft
- was geploft
- was geploft
- waren geploft
- waren geploft
- waren geploft
o.t.t.t.
- zal ploffen
- zult ploffen
- zal ploffen
- zullen ploffen
- zullen ploffen
- zullen ploffen
o.v.t.t.
- zou ploffen
- zou ploffen
- zou ploffen
- zouden ploffen
- zouden ploffen
- zouden ploffen
en verder
- heeft geplopft
diversen
- plof!
- ploft!
- geploft
- ploffend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for ploffen:
Related Words for "ploffen":
plof:
-
de plof (ontploffing; explosie; bam; knal)
Translation Matrix for plof:
Noun | Related Translations | Other Translations |
estallido | bam; explosie; knal; ontploffing; plof | emotionele uitval; losbarsting; uitbarsten; uitbarsting; uitval |
explosión | bam; explosie; knal; ontploffing; plof | emotionele uitval; ontlading; plotselinge uitbarsting; uitbarsten; uitbarsting; uitval |
¡pum! | bam; explosie; knal; ontploffing; plof | |
¡zas! | bam; explosie; knal; ontploffing; plof |