Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- rondbrengen:
-
Wiktionary:
- rondbrengen → exceptuar, distribuir, repartir
Dutch
Detailed Translations for rondbrengen from Dutch to Spanish
rondbrengen:
-
rondbrengen (thuisbezorgen; bezorgen; brengen; afleveren; bestellen)
Conjugations for rondbrengen:
o.t.t.
- breng rond
- brengt rond
- brengt rond
- brengen rond
- brengen rond
- brengen rond
o.v.t.
- bracht rond
- bracht rond
- bracht rond
- brachten rond
- brachten rond
- brachten rond
v.t.t.
- heb rondgebracht
- hebt rondgebracht
- heeft rondgebracht
- hebben rondgebracht
- hebben rondgebracht
- hebben rondgebracht
v.v.t.
- had rondgebracht
- had rondgebracht
- had rondgebracht
- hadden rondgebracht
- hadden rondgebracht
- hadden rondgebracht
o.t.t.t.
- zal rondbrengen
- zult rondbrengen
- zal rondbrengen
- zullen rondbrengen
- zullen rondbrengen
- zullen rondbrengen
o.v.t.t.
- zou rondbrengen
- zou rondbrengen
- zou rondbrengen
- zouden rondbrengen
- zouden rondbrengen
- zouden rondbrengen
diversen
- breng rond!
- brengt rond!
- rondgebracht
- rondbrengend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for rondbrengen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
entregar | afleveren; bestellen; bezorgen; brengen; rondbrengen; thuisbezorgen | aanbieden; aangeven; aanleveren; aanreiken; afdragen; afgeven; afleveren; afstaan; bestellen; bezorgen; brengen; doneren; geven; gunnen; gunst verlenen; indienen; inleveren; inschrijven; leveren; offreren; opgeven; orderen; overdragen aan; overgeven; overhandigen; presenteren; schenken; strijd opgeven; toeleveren; toesteken; uitbetalen; verlenen; verstrekken |
repartir | afleveren; bestellen; bezorgen; brengen; rondbrengen; thuisbezorgen | aanleveren; afleveren; arrangeren; bestellen; bezorgen; brengen; delen; distribueren; groeperen; gunnen; iets toekennen; indelen; leveren; opdelen; opsplitsen; ordenen; orderen; overhandigen; ronddelen; rondgeven; rondreiken; splitsen; systematiseren; toebedelen; toekennen; toeleveren; toewijzen; trakteren; uitdelen; uitreiken; verdelen; versturen; zenden; zich splitsen |
Wiktionary Translations for rondbrengen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• rondbrengen | → exceptuar; distribuir; repartir | ↔ dispenser — exempter de la règle ordinaire, par faveur spéciale, ou simplement exempter de quelque chose. |
• rondbrengen | → distribuir; repartir | ↔ distribuer — répartir une chose entre plusieurs personnes ou plusieurs endroits. |
• rondbrengen | → distribuir | ↔ répartir — partager, distribuer, attribuer à chacun sa part. |