Summary
Dutch
Detailed Translations for satan from Dutch to Spanish
satan:
Translation Matrix for satan:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Satán | demon; duivel; kwaad; satan | boosaardig wezen; kwelduivel |
demonio | demon; duivel; kwaad; satan | boosaardig wezen; kwelduivel |
diablo | demon; duivel; kwaad; satan | bliksem; bliksemflits; bliksemschicht; bliksemslag; boosaardig wezen; flits; kwelduivel |
mal | demon; duivel; kwaad; satan | bezwaar; grief; het klagen; klacht; kwaal; ongemak; ongerief; slepende ziekte; stoornis |
maldad | demon; duivel; kwaad; satan | doortraptheid; gemeenheid; gewiekstheid; giftigheid; gladheid; gramschap; listigheid; schurkachtigheid; slinksheid; sluwheid; snoodheid; venijn; venijnigheid; verbolgenheid; virulentie |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
mal | aan een ziekte lijdend; averechts; boos; furieus; gemeen; kwaad; kwaadwillig; met slechte intentie; min; misselijk; naar; nijdig; onpasselijk; onwel; razend; satanisch; scheefgegroeid; slecht; spinnijdig; toornig; vals; verkeerd; vertoornd; woest; ziedend; ziek |