Dutch
Detailed Translations for schoffie from Dutch to Spanish
schoffie:
Translation Matrix for schoffie:
Noun | Related Translations | Other Translations |
gamberro | schoffie; vlegel; vlerk | bandiet; belhamel; boosdoener; booswicht; brutale kerel; druktemaker; herrieschopper; hork; hufter; kinkel; klootzak; lomperd; nozem; onverlaat; oproerkraaier; proleet; raddraaier; raddraaister; rekel; rotjoch; rouwdouwer; rustverstoorder; ruw iemand; schoftje; slechtaard; snoodaard; stokebrand; stouterd; straatschender; vlegel; zenuwlijder |
golfillo | schoffie; vlegel; vlerk | jongen; rakker; rekel; stouterd; straatjongen; straatkind; vandaal; zwerfjongere |
travieso | schoffie; vlegel; vlerk | donderstraal |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
travieso | baldadig; bengelachtig; ernaast; fout; foutief; guitig; jongensachtig; kwajongensachtig; mis; olijk; ondeugend; onjuist; onwaar; roekeloos; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig; ten onrechte; verkeerd |