Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. schreden:
  2. schrede:
  3. schrijden:
  4. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for schreden from Dutch to Spanish

schreden:

schreden [de ~] noun, plural

  1. de schreden (voetstappen; stappen; treden; passen)
    el pasos

Translation Matrix for schreden:

NounRelated TranslationsOther Translations
pasos passen; schreden; stappen; treden; voetstappen doorgangen; doortochten; overgangen; overtochten

Related Words for "schreden":


schrede:

schrede [de ~] noun

  1. de schrede (stap; pas)
    el paso; el pase; la pisada

Translation Matrix for schrede:

NounRelated TranslationsOther Translations
pase pas; schrede; stap autorisatie; bergpas; fiat; geleidebiljet; licentie; machtiging; pas; pasje; toestemming; vergunning; volmacht; vrijbrief
paso pas; schrede; stap afstand; baan; baanvak; bergpas; buitenweg; deur; doorgang; doorloop; doorreis; doortocht; doorvaart; draf; dreef; etappe; gang; gang van een paard; gangpad; geul; landweg; paadje; pad; pas; pasje; passage; portiek; ronde; route; tekenbreedte; toelating; tournee; traject; tred; trekpad; vaargeul; voetstap; weg
pisada pas; schrede; stap buitenweg; dreef; landweg; paadje; pad; trekpad; voetspoor; voetstap

Related Words for "schrede":


Wiktionary Translations for schrede:


Cross Translation:
FromToVia
schrede paso; no pas — Le mouvement que fait une personne ou un animal mettre un pied devant l’autre pour marcher.

schrijden:

schrijden verb (schrijd, schrijdt, schreed, schreden, geschreden)

  1. schrijden (waardig lopen)

Conjugations for schrijden:

o.t.t.
  1. schrijd
  2. schrijdt
  3. schrijdt
  4. schrijden
  5. schrijden
  6. schrijden
o.v.t.
  1. schreed
  2. schreed
  3. schreed
  4. schreden
  5. schreden
  6. schreden
v.t.t.
  1. ben geschreden
  2. bent geschreden
  3. is geschreden
  4. zijn geschreden
  5. zijn geschreden
  6. zijn geschreden
v.v.t.
  1. was geschreden
  2. was geschreden
  3. was geschreden
  4. waren geschreden
  5. waren geschreden
  6. waren geschreden
o.t.t.t.
  1. zal schrijden
  2. zult schrijden
  3. zal schrijden
  4. zullen schrijden
  5. zullen schrijden
  6. zullen schrijden
o.v.t.t.
  1. zou schrijden
  2. zou schrijden
  3. zou schrijden
  4. zouden schrijden
  5. zouden schrijden
  6. zouden schrijden
diversen
  1. schrijd!
  2. schrijdt!
  3. geschreden
  4. schrijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for schrijden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
caminar con dignidad schrijden; waardig lopen
caminar elegantemente schrijden; waardig lopen