Noun | Related Translations | Other Translations |
ciclo
|
cyclus; reeks; serie
|
aaneenschakeling; cyclus; keten; ketting; kringloop; omgang; ronde doen; sequens; sequentie; snoer; tijdkring
|
cola
|
aaneenschakeling; reeks; serie
|
gelid; kit; kleefstof; lijm; plak; plaksel; rij; wachtrij
|
encadenamiento
|
aaneenschakeling; keten; reeks; rij; serie
|
|
eslabonamiento
|
aaneenschakeling; keten; reeks; rij; serie
|
|
familia
|
|
dynastie; familie; genus; geslacht; gezin; huisgezin; kunne; sekse; stamhuis
|
fila
|
aaneenschakeling; keten; reeks; rij; serie
|
chocolade; chocoladereep; gelid; rang; rangorde; rangschikken; rangschikking; record; reep; rij; rij manschappen; rijtje
|
gama
|
aaneenschakeling; reeks; serie
|
aaneenschakeling; gamma; keten; ketting; kleurenschaal; kleurenspectrum; scala; snoer; spectrum
|
hilera
|
aaneenschakeling; reeks; serie
|
aaneenschakeling; keten; ketting; sliert; slingervormig ding; snoer
|
orden
|
aaneenschakeling; keten; reeks; rij; serie
|
aanschrijving; aanwijzing; aanzegging; allegaartje; beleefdheid; beschaafdheid; bestel; betamelijkheid; bevel; commando; decorum; dienstorder; discipline; dwang; fatsoen; fatsoenlijkheid; gehoorzaamheid; gelazer; gelid; gevoeglijkheid; instructie; kennisgeving; keurigheid; mengelmoes; narigheid; netheid; onberispelijkheid; onderwerping; opbouw; openhartigheid; openheid; opgeruimdheid; oprechtheid; orde; ordelijkheid; ordening; order; organisatie; properheid; regelmaat; reglementering; rij; rij manschappen; rondborstigheid; rondheid; samenraapsel; samenstel; samenstelling; smetteloosheid; structuur; systeem; trammelant; tucht; verordening; voorschrift; welgemanierdheid; welvoeglijkheid
|
progresión
|
aaneenschakeling; reeks; serie
|
aaneenschakeling; keten; ketting; snoer
|
sarta
|
aaneenschakeling; keten; reeks; rij; serie
|
sliert; slingervormig ding
|
secuencia
|
cyclus; reeks; serie
|
aaneenschakeling; filmsequentie; gegevensstroom; keten; ketting; reeks; sequens; sequentie; snoer; stream; vervolgdeel
|
serie
|
aaneenschakeling; cyclus; keten; reeks; rij; serie
|
aaneenschakeling; gamma; gelid; keten; ketting; opeenvolging; rij; rij manschappen; scala; sequens; sequentie; sleep; snoer; spectrum
|
sucesión
|
aaneenschakeling; cyclus; keten; reeks; rij; serie
|
aaneenschakeling; erfopvolging; erfstuk; keten; ketting; opeenvolging; opvolging; snoer; successie
|
-
|
reeks
|
|
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
familia
|
serie
|
|
orden
|
|
z-volgorde
|