Dutch
Detailed Translations for snuiter from Dutch to Spanish
snuiter:
-
de snuiter
Translation Matrix for snuiter:
Noun | Related Translations | Other Translations |
chaval | snuiter | gast; goser; gozer; jochie; jongetje; kerel; kleine jongen; knakker; knul; man; vent |
tipo | snuiter | creatuur; drukletter; eenling; enkeling; fatje; figuur; gast; gedaante; genre; gestalte; goser; gozer; heertje; iemand; individu; kerel; knakker; knul; man; mens; mensenkind; openbare publicatie; personage; persoon; postuur; publicatie; publikatie; schepsel; slag; soort; type; uitgave; uitgifte; vent; vogel; vorm; wezen; zetletter |
tío | snuiter | figuur; gast; goser; gozer; individu; kerel; knakker; knul; lid; lul; man; manspersoon; oom; penis; piemel; pik; roede; type; vent |