Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Translate spitten

Translate spitten from Dutch to Spanish

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

spitten:
- labrar; arar
spit:
- lumbago
Wiktionary:
- spitten → cavar
- spit → asador

Dutch

Detailed Translations for spitten from Dutch to Spanish

spitten:

spitten verb (spit, spitte, spitten, gespit)

spitten (omploegen; omspitten; omwerken; ploegen; omgraven)
labrar; arar
- labrar verb
- arar verb

Conjugations for spitten:

o.t.t.

spit
spit
spit
spitten
spitten
spitten

o.v.t.

spitte
spitte
spitte
spitten
spitten
spitten

v.t.t.

heb gespit
hebt gespit
heeft gespit
hebben gespit
hebben gespit
hebben gespit

v.v.t.

had gespit
had gespit
had gespit
hadden gespit
hadden gespit
hadden gespit

o.t.t.t.

zal spitten
zult spitten
zal spitten
zullen spitten
zullen spitten
zullen spitten

o.v.t.t.

zou spitten
zou spitten
zou spitten
zouden spitten
zouden spitten
zouden spitten

en verder

ben gespit
bent gespit
is gespit
zijn gespit
zijn gespit
zijn gespit

diversen

spit!
spit!
gespit
spittend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for spitten:

Verb	Related Translations	Other Translations
arar	omgraven; omploegen; omspitten; omwerken; ploegen; spitten
labrar	omgraven; omploegen; omspitten; omwerken; ploegen; spitten	behandelen; verzorgen

Related Words for "spitten":

spit

Wiktionary Translations for spitten:

Cross Translation:

From	To	Via
• spitten	→ cavar	↔ creuser — Faire un trou, un orifice.

spitten form of spit:

spit [het ~] noun

het spit
el lumbago
- lumbago [el ~] noun

Translation Matrix for spit:

Noun	Related Translations	Other Translations
lumbago	spit

Related Words for "spit":

spitten, spits, spitje, spitjes

Wiktionary Translations for spit:

Cross Translation:

From	To	Via
• spit	→ asador	↔ spit — a rod on which meat is grilled/broiled