Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. spreekwoorden:
  2. spreekwoord:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for spreekwoorden from Dutch to Spanish

spreekwoorden:

spreekwoorden [de ~] noun, plural

  1. de spreekwoorden
    el refranes

Translation Matrix for spreekwoorden:

NounRelated TranslationsOther Translations
refranes spreekwoorden

Related Words for "spreekwoorden":


spreekwoord:

spreekwoord [het ~] noun

  1. het spreekwoord
    el proverbio; el refrán

Translation Matrix for spreekwoord:

NounRelated TranslationsOther Translations
proverbio spreekwoord aforisme; devies; gezegde; kenspreuk; motto; redekundig gezegde; zinspreuk
refrán spreekwoord

Related Words for "spreekwoord":


Wiktionary Translations for spreekwoord:

spreekwoord
noun
  1. een korte, krachtige uitspraak die een waarheid of wijsheid bevat. In tegenstelling tot een gezegde, dat naar het onderwerp wordt vervoegd, wordt in een spreekwoord steeds dezelfde tekst gebruikt. Vaak bestaat een spreekwoord uit twee delen, waarbij het eerste deel een oorzaak of voorwaarde beschrijft en het tweede dee

Cross Translation:
FromToVia
spreekwoord proverbio; refrán Sprichwort — Sinnspruch volkstümlichen Charakters, meist anonym überliefert; oft erzieherisch gedachter Erfahrungssatz, der treffend und bildmächtig formuliert ist
spreekwoord proverbio proverb — phrase expressing a basic truth
spreekwoord proverbio; refrán; dicho saw — saying or proverb
spreekwoord dicho; proverbio; refrán saying — proverb or maxim
spreekwoord dicho; refrán dicton — Mot ou phrase qui a pris la forme d'une référence a l'expérience, au savoir des anciens.
spreekwoord adagio; proverbio; refrán proverbe — Sentence, maxime (1)