Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. standaard:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for standaard from Dutch to Spanish

standaard:

standaard [de ~ (m)] noun

  1. de standaard (norm; maatstaf)
    la pauta
  2. de standaard
    el estándar
  3. de standaard (norm)
    el soporte; el pie
  4. de standaard (vaandel; vlag; banier; vendel; vaan)
    la bandera; el estandarte

Translation Matrix for standaard:

NounRelated TranslationsOther Translations
bandera banier; standaard; vaan; vaandel; vendel; vlag vaantje; vlag; vlaggetje; wimpel
estandarte banier; standaard; vaan; vaandel; vendel; vlag kraampje; vaantje; vlaggetje
estándar standaard laag; maatstaf; niveau; peil; plan; stand; toetssteen
pauta maatstaf; norm; standaard commandovlag
pie norm; standaard commandovlag; statief; voet
soporte norm; standaard abw; bijstand; bz; chassis; commandovlag; hulp; maatschappelijke hulpverlening; onderstel; ondersteuning; rww; schoor; schraag; statief; steun; stut; support; werkloosheidsuitkering; werklozensteun; ww
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
de manera predeterminada standaard

Related Words for "standaard":

  • standaarden, standaards

Wiktionary Translations for standaard:

standaard
noun
  1. 4,5
  2. herkeningsvlag, onderscheidingsvlag
adjective
  1. als regel, normaal

Cross Translation:
FromToVia
standaard estándar standard — level of quality
standaard modelo; patrón standard — something used as a measure
standaard estandarte standard — a flag or ensign
standaard bandera; estandarte drapeaupièce d’étoffe qu’on attacher à une espèce de lance, de manière qu’elle pouvoir se déployer et flotter au vent, et qui sert à donner un signal, à indiquer un point de ralliement, à distinguer la nation ou le groupement d’individus qui l’[
standaard estandarte; bandera étendarddrapeau, en particulier militaire et terrestre cf|pavillon|lang=fr pour la marine.

Related Translations for standaard