Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. stiefvaders:
  2. stiefvader:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for stiefvaders from Dutch to Spanish

stiefvaders:

stiefvaders [de ~] noun, plural

  1. de stiefvaders (stiefvader; stiefpappa)
    el padrastro; el segundo papá; el padrastros

Translation Matrix for stiefvaders:

NounRelated TranslationsOther Translations
padrastro stiefpappa; stiefvader; stiefvaders nagelriem
padrastros stiefpappa; stiefvader; stiefvaders
segundo papá stiefpappa; stiefvader; stiefvaders

Related Words for "stiefvaders":


stiefvaders form of stiefvader:

stiefvader [de ~ (m)] noun

  1. de stiefvader (stiefpappa; stiefvaders)
    el padrastro; el segundo papá; el padrastros

Translation Matrix for stiefvader:

NounRelated TranslationsOther Translations
padrastro stiefpappa; stiefvader; stiefvaders nagelriem
padrastros stiefpappa; stiefvader; stiefvaders
segundo papá stiefpappa; stiefvader; stiefvaders

Related Words for "stiefvader":


Wiktionary Translations for stiefvader:

stiefvader
noun
  1. de echtgenoot van iemands moeder, die niet de eigenlijke vader is

Cross Translation:
FromToVia
stiefvader padrastro Stiefvater — der nach einer Wiederverheiratung der Mutter (infolge von Tod oder Scheidung) neue Ehemann der Mutter, der mit seinem Stiefkind (Stieftochter, Stiefsohn) nicht leiblich verwandt ist
stiefvader padrastro stepfather — husband of one's biological mother, other than one's biological father