Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. subscriberen:


Dutch

Detailed Translations for subscriberen from Dutch to Spanish

subscriberen:

subscriberen verb (subscribeer, subscribeert, subscribeerde, subscribeerden, gesubscribeerd)

  1. subscriberen (aanmelden; opgeven; inschrijven; intekenen)

Conjugations for subscriberen:

o.t.t.
  1. subscribeer
  2. subscribeert
  3. subscribeert
  4. subscriberen
  5. subscriberen
  6. subscriberen
o.v.t.
  1. subscribeerde
  2. subscribeerde
  3. subscribeerde
  4. subscribeerden
  5. subscribeerden
  6. subscribeerden
v.t.t.
  1. heb gesubscribeerd
  2. hebt gesubscribeerd
  3. heeft gesubscribeerd
  4. hebben gesubscribeerd
  5. hebben gesubscribeerd
  6. hebben gesubscribeerd
v.v.t.
  1. had gesubscribeerd
  2. had gesubscribeerd
  3. had gesubscribeerd
  4. hadden gesubscribeerd
  5. hadden gesubscribeerd
  6. hadden gesubscribeerd
o.t.t.t.
  1. zal subscriberen
  2. zult subscriberen
  3. zal subscriberen
  4. zullen subscriberen
  5. zullen subscriberen
  6. zullen subscriberen
o.v.t.t.
  1. zou subscriberen
  2. zou subscriberen
  3. zou subscriberen
  4. zouden subscriberen
  5. zouden subscriberen
  6. zouden subscriberen
en verder
  1. ben gesubscribeerd
  2. bent gesubscribeerd
  3. is gesubscribeerd
  4. zijn gesubscribeerd
  5. zijn gesubscribeerd
  6. zijn gesubscribeerd
diversen
  1. subscribeer!
  2. subscribeert!
  3. gesubscribeerd
  4. subscriberend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for subscriberen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
apuntarse para aanmelden; inschrijven; intekenen; opgeven; subscriberen inschrijven; intekenen
suscribirse a aanmelden; inschrijven; intekenen; opgeven; subscriberen abonneren; inschrijven; intekenen