Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. tegenstrijdigheid:
  2. tegenstrijdig:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for tegenstrijdigheid from Dutch to Spanish

tegenstrijdigheid:

tegenstrijdigheid [de ~ (v)] noun

  1. de tegenstrijdigheid
    la contradicción; la discordancia

Translation Matrix for tegenstrijdigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
contradicción tegenstrijdigheid antipool; het tegenstrijdig zijn; strijdende opvatting; strijdigheid; tegendeel; tegenpool; tegenstelling
discordancia tegenstrijdigheid

Related Words for "tegenstrijdigheid":


Wiktionary Translations for tegenstrijdigheid:

tegenstrijdigheid
noun
  1. iets tegenstrijdigs

Cross Translation:
FromToVia
tegenstrijdigheid discrepancia conflict — incompatibility
tegenstrijdigheid inconsistencia inconsistency — state of being inconsistent

tegenstrijdigheid form of tegenstrijdig:


Translation Matrix for tegenstrijdig:

NounRelated TranslationsOther Translations
contra nadeel; schade; verlies
ModifierRelated TranslationsOther Translations
a través hiertegen; onverenigbaar; strijdig; tegen; tegengesteld; tegenstrijdig dwars; erdoorheen; kruiselings; overdwars
contra hiertegen; onverenigbaar; strijdig; tegen; tegengesteld; tegenstrijdig anti; contra; tegen; versus
contra eso hiertegen; onverenigbaar; strijdig; tegen; tegengesteld; tegenstrijdig
contra esto hiertegen; onverenigbaar; strijdig; tegen; tegengesteld; tegenstrijdig
contradictorio hiertegen; onverenigbaar; strijdig; tegen; tegengesteld; tegenstrijdig in strijd met; tegenstrijdig met
en contra de hiertegen; onverenigbaar; strijdig; tegen; tegengesteld; tegenstrijdig anti; tegen

Related Words for "tegenstrijdig":


Related Definitions for "tegenstrijdig":

  1. dingen die niet met elkaar kloppen1
    • er komen tegenstrijdige berichten uit Ruanda1

Wiktionary Translations for tegenstrijdig:


Cross Translation:
FromToVia
tegenstrijdig contradictorio contradictory — that contradicts something
tegenstrijdig adverso contradictoire — Qui implique contradiction.
tegenstrijdig adverso opposé — Qui est contraire, de différente nature.