Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. thuisbrengen:


Dutch

Detailed Translations for thuisbrengen from Dutch to Spanish

thuisbrengen:

thuisbrengen [znw.] noun

  1. thuisbrengen (herkennen)
    el reconocimiento

Translation Matrix for thuisbrengen:

NounRelated TranslationsOther Translations
reconocimiento herkennen; thuisbrengen dankbaarheid; danken; erkenning; erkentelijkheid; erkentenis; exploratie; herkenbaarheid; herkennen; keuren; medische keuring; toegeving; verkenning; waarnemen