Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. thuisland:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for thuisland from Dutch to Spanish

thuisland:

thuisland [het ~] noun

  1. het thuisland (vaderland; land van herkomst; bakermat; geboorteland; land van oorsprong)
    la tierra natal; el país natal; la tierra madre; el suelo patrio

Translation Matrix for thuisland:

NounRelated TranslationsOther Translations
país natal bakermat; geboorteland; land van herkomst; land van oorsprong; thuisland; vaderland heem; thuis
suelo patrio bakermat; geboorteland; land van herkomst; land van oorsprong; thuisland; vaderland
tierra madre bakermat; geboorteland; land van herkomst; land van oorsprong; thuisland; vaderland
tierra natal bakermat; geboorteland; land van herkomst; land van oorsprong; thuisland; vaderland heem; thuis

Related Words for "thuisland":

  • thuislanden

Wiktionary Translations for thuisland:


Cross Translation:
FromToVia
thuisland patria home country — the country where a person was born and raised
thuisland tierra natal; patria homeland — homeland