Dutch

Detailed Translations for tooiden from Dutch to Spanish

tooiden form of tooien:

Conjugations for tooien:

o.t.t.
  1. tooi
  2. tooit
  3. tooit
  4. tooien
  5. tooien
  6. tooien
o.v.t.
  1. tooide
  2. tooide
  3. tooide
  4. tooiden
  5. tooiden
  6. tooiden
v.t.t.
  1. heb getooid
  2. hebt getooid
  3. heeft getooid
  4. hebben getooid
  5. hebben getooid
  6. hebben getooid
v.v.t.
  1. had getooid
  2. had getooid
  3. had getooid
  4. hadden getooid
  5. hadden getooid
  6. hadden getooid
o.t.t.t.
  1. zal tooien
  2. zult tooien
  3. zal tooien
  4. zullen tooien
  5. zullen tooien
  6. zullen tooien
o.v.t.t.
  1. zou tooien
  2. zou tooien
  3. zou tooien
  4. zouden tooien
  5. zouden tooien
  6. zouden tooien
en verder
  1. ben getooid
  2. bent getooid
  3. is getooid
  4. zijn getooid
  5. zijn getooid
  6. zijn getooid
diversen
  1. tooi!
  2. tooit!
  3. getooid
  4. tooiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

tooien [het ~] noun

  1. het tooien (opluisteren; versieren)
    el realzar; el engalanar; el adornar; el amenizar

Translation Matrix for tooien:

NounRelated TranslationsOther Translations
adornar opluisteren; tooien; versieren opschikken; opsieren; optuigen; versieren
amenizar opluisteren; tooien; versieren
ataviar opschikken; opsieren
embellecerse opsieren; opsmukken; zich mooi maken
engalanar opluisteren; tooien; versieren optuigen; versieren
realzar opluisteren; tooien; versieren
VerbRelated TranslationsOther Translations
acicalar opsieren; opsmukken; tooien; zich mooi maken; zich opsmukken optooien; zich uitdossen; zich uitmonsteren
adornar opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; tooien; verfraaien; verluchten; zich mooi maken afwerken; decoreren; een onderscheidingsteken geven; garneren; gladmaken; gladwrijven; onderscheiden; opdirken; opdoffen; opmaken; opsmukken; optooien; optutten; ridderen; schotels garneren; uitdossen; versieren; zich uitdossen; zich uitmonsteren
aliñar opsieren; opsmukken; tooien; zich mooi maken; zich opsmukken optooien; zich uitdossen; zich uitmonsteren
amenizar aangenaam maken; opfrissen; veraangenamen; verfrissen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen
ataviar opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; tooien; verfraaien; verluchten; zich mooi maken; zich opsmukken optooien; zich uitdossen; zich uitmonsteren
embellecer opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; tooien; verfraaien; verluchten; zich mooi maken opdirken; opdoffen; optooien; optutten; staan; uitdossen; zich uitdossen; zich uitmonsteren
embellecerse opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; tooien; verfraaien; verluchten; zich mooi maken
emperifollar opsieren; opsmukken; tooien; zich mooi maken; zich opsmukken
engalanar opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; tooien; verfraaien; verluchten; zich mooi maken opdirken; opdoffen; optooien; optutten; uitdossen; zich uitdossen; zich uitmonsteren
realzar beklemtonen; benadrukken; betonen

Related Words for "tooien":


Wiktionary Translations for tooien:

tooien
verb
  1. iets versieren

Cross Translation:
FromToVia
tooien decorar; adornar; ornamentar décorerorner, parer, parler d’ornements d’architecture, de peinture, de sculpture.
tooien adornar; ornamentar ornerparer, embellir une chose, y ajouter, y joindre d’autres choses qui lui donnent plus d’éclat, plus d’agrément.
tooien adornar; ornamentar; evitar; rehuir parer — Traductions à trier suivant le sens